puntige uiteinde eerst in de bus worden gestoken.
Laat daarna de bus los om de bit te vergrendelen (zie
afb. 6).
Om de bit te verwijderen, trekt u de bus in de richting van
de pijl en trekt u de bit met kracht eruit.
OPMERKING:
• Als de bit niet diep genoeg in de bus is gestoken, zal
de bus niet terugkeren naar de oorspronkelijke positie
en zal de bit niet vastzitten. In dat geval probeert u de
bit opnieuw in de bus te steken volgens bovenstaande
aanwijzingen.
BEDIENING (zie afb. 7)
OPMERKING:
• De maximale grootte van de houtschroef die met dit
gereedschap kan worden vastgedraaid kan verschillen
afhankelijk van het soort materiaal waarin wordt
geschroefd. Voer altijd een testbediening uit om de
grootte van de houtschroef te bepalen.
Het gereedschap vasthouden
Houd het gereedschap tijdens gebruik uitsluitend aan de
handgreep vast. Raak het metalen deel niet aan.
Het juiste draaikoppel kan verschillen afhankelijk van het
soort en de grootte van de schroef/bout, het materiaal van
het werkstuk waarin wordt gedraaid, enz. De relatie
tussen het draaikoppel en de draaitijd wordt aangegeven
in de afbeeldingen (zie afb. 8 en 9).
Houd het gereedschap stevig vast en plaats de punt van
de schroefbit in de schroefkop. Oefen voldoende
voorwaartse druk uit op het gereedschap zodat de bit niet
van de schroef af glijdt, en schakel het gereedschap in om
te beginnen met schroeven.
OPMERKING:
• Gebruik de juiste bit voor de schroef-/boutkop die u wilt
gebruiken.
• Als u een schroefmaat M8 of kleiner vastdraait, oefent
u voorzichtig kracht uit op de aan/uit-schakelaar zodat
de schroefkop niet wordt beschadigd.
• Houd het gereedschap recht op de schroef.
• Als u de schroef langer vastdraait dan aangegeven in
de afbeeldingen, kan de schroef of de punt van de
schroefbit worden overbelast, gestript, beschadigd,
enz. Voordat u de werkzaamheden begint, voert u altijd
een testbediening uit om de juiste draaitijd voor de
schroef te bepalen.
Het draaikoppel wordt beïnvloed door een groot aantal
factoren, waaronder de onderstaande. Controleer na het
bevestigen altijd het draaikoppel met een momentsleutel.
1. Schroefbit of dopbit
Als niet de juiste maat schroefbit of dopbit wordt
gebruikt, zal het draaikoppel lager worden.
2. Bout
• Ondanks dat de koppelcoëfficiënt en de boutklasse
hetzelfde zijn, zal het juiste draaikoppel verschillen
afhankelijk van de diameter van de bout.
• Ondanks dat de diameter van de bouten hetzelfde
is, zal het juiste draaikoppel verschillen afhankelijk
van de koppelcoëfficiënt, de boutklasse en de
boutlengte.
3. De manier waarop het gereedschap wordt
vastgehouden en het materiaal van de plaats waarin
wordt geschroefd zijn van invloed op het draaikoppel.
4. Als het gereedschap op een laag toerental wordt
gebruikt, zal het draaikoppel lager worden.
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg er altijd voor dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is
getrokken, voordat u een inspectie of onderhoud
uitvoert.
• Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol,
enz. Dit kan leiden tot verkleuren, vervormen of
barsten.
De koolborstels vervangen (zie afb. 10)
Verwijder en controleer de koolborstels regelmatig.
Vervang deze wanneer ze tot aan de slijtgrensmarkering
zijn afgesleten. Houd de koolborstels schoon en zorg
ervoor dat ze vrij kunnen bewegen in de houders. Beide
koolborstels dienen tegelijkertijd te worden vervangen.
Gebruik alleen identieke koolborstels.
Gebruik een schroevendraaier om de koolborsteldoppen
te verwijderen. Haal de versleten koolborstels eruit, plaats
de nieuwe erin, en zet de koolborsteldoppen goed vast
(zie afb. 11).
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
controle en vervanging van de koolborstels, onderhoud en
afstellingen te worden uitgevoerd door een erkend
Makita-servicecentrum, en altijd met gebruikmaking van
originele Makita-vervangingsonderdelen.
VERKRIJGBARE ACCESSOIRES
LET OP:
• Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen
voor gebruik met het Makita-gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van
andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor
persoonlijk letsel opleveren. Gebruik de accessoires of
hulpstukken uitsluitend voor de aangegeven
gebruiksdoeleinden.
Mocht u meer informatie willen hebben over deze
accessoires, dan kunt u contact opnemen met uw
plaatselijke Makita-servicecentrum.
• Schroefbits
• Dopsleutelbits
• Bit-adapter
• Verstelbare diepte-instelring met bit
• Haak
OPMERKING:
• Sommige items op de lijst kunnen zijn inbegrepen in de
doos van het gereedschap als standaard toebehoren.
Zij kunnen van land tot land verschillen.
Haak (zie afb. 12)
De haak is handig om het gereedschap tijdelijk aan op te
hangen. De haak kan aan beide kanten van het
gereedschap worden bevestigd.
U bevestigt de haak door deze in een groef in de
behuizing van het gereedschap te steken en vast te
21