BTI ST 140 E Manual Original página 70

Sierra de calar
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 10
 Beweeg het elektrische gereedschap alleen
ingeschakeld naar het werkstuk. Anders be-
staat er gevaar voor een terugslag als het inzet-
gereedschap in het werkstuk vasthaakt.
 Let erop dat de voetplaat bij het zagen stabiel
ligt. Een schuin zaagblad kan breken of tot een
terugslag leiden.
 Schakel het elektrische gereedschap na be-
eindiging van de werkzaamheden uit en trek
het zaagblad pas uit de zaagsnede nadat het
gereedschap tot stilstand is gekomen. Zo voor-
komt u een terugslag en kunt u het elektrische
gereedschap veilig neerleggen.
 Gebruik alleen onbeschadigde zaagbladen die
helemaal in orde zijn. Verbogen of niet-scherpe
zaagbladen kunnen breken, het zagen negatief
beïnvloeden of een terugslag veroorzaken.
 Rem het zaagblad na het uitschakelen niet af
door er aan de zijkant tegen te drukken. An-
ders kan het zaagblad beschadigd worden, bre-
ken of een terugslag veroorzaken.
 Gebruik een geschikt detectieapparaat om
verborgen stroom-, gas- of waterleidingen op
te sporen of raadpleeg het plaatselijke ener-
gie- of waterleidingbedrijf. Contact met elektri-
sche leidingen kan tot brand of een elektrische
schok leiden. Beschadiging van een gasleiding
kan tot een explosie leiden. Breuk van een water-
leiding veroorzaakt materiële schade en kan een
elektrische schok veroorzaken.
 Zet het werkstuk vast. Een met spanvoorzienin-
gen of een bankschroef vastgehouden werkstuk
wordt beter vastgehouden dan u met uw hand
kunt doen.
 Wacht tot het elektrische gereedschap tot stil-
stand is gekomen voordat u het neerlegt. Het
inzetgereedschap kan vasthaken en dit kan tot
het verlies van de controle over het elektrische
gereedschap leiden.
 Trek altijd voor werkzaamheden aan het elek-
trische gereedschap de stekker uit het stop-
contact.
 Richt de lichtstraal niet op personen of dieren
en kijk zelf niet in de lichtstraal, ook niet vanaf
een grote afstand.
 Controleer of het zaagblad stevig vastzit. Een
los zaagblad kan uit de zaaghouder vallen en
kan u verwonden.
 Het zaagblad mag niet langer zijn dan nodig is
voor de gewenste zaagsnede. Gebruik voor
het zagen van nauwe bochten een smal zaag-
blad.
70 | Nederlands
 Houd het elektrische gereedschap bij het uit-
werpen van het zaagblad zo, dat er geen per-
sonen of dieren gewond worden door het uit-
geworpen zaagblad.
 Stof van materialen zoals loodhoudende verf,
enkele houtsoorten, mineralen en metaal kun-
nen schadelijk voor de gezondheid zijn en tot
allergische reacties, luchtwegaandoeningen
en/of kanker leiden. Asbesthoudend materiaal
mag alleen door daartoe bevoegde vakmensen
worden bewerkt.
– Gebruik indien mogelijk een voor het materi-
aal geschikte stofafzuiging.
– Zorg voor een goede ventilatie van de werk-
plek.
– Er wordt geadviseerd om een ademmasker
met filterklasse P2 te dragen.
Neem de in uw land geldende voorschriften voor
de te bewerken materialen in acht.
 Voorkom ophoping van stof op de werkplek.
Stof kan gemakkelijk ontbranden.
 Let op de netspanning! De spanning van de
stroombron moet overeenkomen met de gege-
vens op het typeplaatje van het elektrische ge-
reedschap. Met 230 V aangeduide elektrische
gereedschappen kunnen ook met 220 V wor-
den gebruikt.
 Om energie te besparen, schakelt u het elektrische
gereedschap alleen in wanneer u het gebruikt.
 De nulspanningsbeveiliging voorkomt onge-
controleerd starten van het elektrische ge-
reedschap na een onderbreking van de
stroomtoevoer. Als u het elektrische gereed-
schap opnieuw wilt inschakelen, zet u de
aan/uit-schakelaar in de uitgeschakelde stand
en schakelt u het gereedschap opnieuw in.
 De op het machinehuis aangebrachte be-
schermbeugel (zie afbeelding 15, pagina 121)
voorkomt onbedoeld aanraken van het zaag-
blad tijdens de werkzaamheden en mag niet
worden verwijderd.
 Controleer vóór het begin van de zaagwerk-
zaamheden hout, spaanplaat, bouwmaterialen
enz. op voorwerpen zoals spijkers, schroeven
en dergelijke, en verwijder deze indien nodig.
 Alleen zachte materialen zoals hout en gipskar-
ton mogen invallend worden gezaagd. Gebruik
voor invallend zagen alleen korte zaagbladen.
 Pas de instellingen van het elektrische gereed-
schap aan de toepassing aan. Beperk het aan-
tal zaagbewegingen en de pendelbeweging
bijvoorbeeld bij het bewerken van metaal en
bij het zagen in nauwe bochten.
2 609 932 867 • 21.11.12
loading