mogelijk te maken en zo energie te
besparen.
• Zorg voor een goede ventilatie. Dek de
ventilatieroosters of -gaten niet af.
6.2 Tips voor het koelen van vers
voedsel
• De middentemperatuurinstelling zorgt voor
een goede conservering van vers voedsel.
Een hogere temperatuurinstelling in het
apparaat kan leiden tot een kortere
houdbaarheid van voedsel.
• Bedek het voedsel met een verpakking om
de versheid en het aroma te behouden.
• Gebruik altijd gesloten recipiënten voor
vloeistoffen en voor voedsel, om smaken
of geuren in het vak te voorkomen.
• Om kruisbesmetting tussen gekookt en
rauw voedsel te voorkomen, bedekt je het
gekookte voedsel en scheidt je het van het
rauwe.
• Het wordt aanbevolen om het voedsel in
de koelkast te ontdooien.
• Plaats geen warm voedsel in het
apparaat. Zorg ervoor dat het is afgekoeld
bij kamertemperatuur voordat je het in het
apparaat plaatst.
• Om voedselverspilling te voorkomen, moet
de nieuwe voorraad voedsel altijd achter
de oude worden geplaatst.
7. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie de hoofdstukken over veiligheid.
7.1 Het reinigen van de binnenkant
Voordat u het apparaat voor de eerste keer
gebruikt, moet u de binnenkant en de interne
accessoires wassen met lauwwarm water en
een beetje neutrale zeep om de typische geur
van een nieuw product te verwijderen.
Daarna moet u het grondig drogen.
LET OP!
Gebruik geen reinigingsmiddelen,
schuurpoeders, chloor of reinigers op
oliebasis. Deze beschadigen de
afwerking.
10
NEDERLANDS
6.3 Tips voor het koelen van
voedsel
• Het vak voor vers voedsel is het vak met
de markering (op het typeplaatje) met
.
• Vlees (alle soorten): verpakken in geschikt
materiaal en op de glazen plaat leggen,
boven de groentelade. Bewaar vlees
maximaal 1-2 dagen.
• Groente en fruit: grondig reinigen (het
zand verwijderen) en in een speciale lade
(groentelade) bewaren.
• Het is raadzaam om exotische vruchten
zoals bananen, mango's, papaja's, etc.
niet in de koelkast te bewaren.
• Groenten zoals tomaten, aardappelen,
uien en knoflook mogen niet in de koelkast
worden bewaard.
• Boter en kaas: in een luchtdicht bakje
leggen of in aluminiumfolie of plastic
zakjes wikkelen, om zoveel mogelijk lucht
uit te sluiten.
• Flessen: afsluiten met een dop en op de
flessenplank van de deur plaatsen of
(indien beschikbaar) in het flessenrek.
• Raadpleeg altijd de houdbaarheidsdatum
van de producten, om te weten hoelang ze
bewaard kunnen worden.
LET OP!
De accessoires en onderdelen van het
apparaat zijn niet vaatwasserbestendig.
7.2 Periodieke reiniging
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de accessoires
schoon met lauw water en wat neutrale
zeep.
2. Controleer de afdichtingen regelmatig en
wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren
dat ze schoon en vrij van resten zijn.
3. Afspoelen en goed afdrogen.