De ventilatorsnelheid handmatig bedienen
Je kunt de functie ook handmatig bedienen.
Druk hiervoor op
Hierdoor wordt de automatische werking van
de functie uitgeschakeld en kun je de
ventilatorsnelheid handmatig wijzigen. Als je
op
drukt, wordt de ventilatorsnelheid met
één verhoogd. Als je een intensief niveau
bereikt en weer op
ventilatorsnelheid in op 0 waardoor de
afzuigkapventilator uitschakelt. Om de
ventilator weer te starten met
ventilatorsnelheid 1, druk op
Schakel de kookplaat uit en weer aan om
automatische bediening van de functie te
activeren.
7. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
7.1 Pannen
Voor inductiekookzones creëert een sterk
elektromagnetisch veld de hitte in de
pannen zeer snel.
Gebruik de inductiekookzones met geschikte
pannen.
• Om oververhitting te voorkomen en de
prestaties van de zones te verbeteren,
moet het kookgerei zo dik en vlak mogelijk
zijn.
• Zorg ervoor dat bodems schoon en droog
zijn voordat het kookgerei op de kookplaat
worden gezet.
• Let er altijd op dat u het kookgerei niet
schuift of wrijft op de randen en hoeken
van het glas , omdat dit het glasoppervlak
kan beschadigen.
Panmaterialen
• goed: gietijzer, staal, geëmailleerd staal,
roestvrij staal, meerlaagse bodem
36
NEDERLANDS
als de kookplaat actief is.
drukt, stel je de
.
Het lampje inschakelen
Je kunt de kookplaat instellen om het licht
automatisch te activeren wanneer je de
kookplaat activeert. Zet daarvoor de
automatische modus op H1 – H6.
Het lampje op de afzuigkap gaat 2
minuten na het uitschakelen van de
kookplaat uit.
(aangemerkt als geschikt door de
fabrikant).
• niet goed: aluminium, koper, messing,
glas, keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
• water op de hoogste kookstand binnen
korte tijd wordt verwarmd,
• een magneet op de onderkant van het
kookgerei plakt.
Afmetingen van pannen
• Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de
afmetingen van pannen aan.
• De efficiëntie van de kookzone hangt
samen met de diameter van de pan.
Pannen met een diameter kleiner dan het
minimum ontvangen slechts een deel van
het vermogen dat door de kookzone wordt
gegenereerd.
• Gebruik zowel om veiligheidsredenen als
voor optimale kookresultaten geen pannen
groter dan aangegeven in de
kookzonespecificaties. Zorg ervoor dat
pannen tijdens het koken niet dicht bij het
bedieningspaneel blijven. Dit kan invloed
hebben op de werking van het
bedieningspaneel of onbedoeld de
kookplaatfuncties activeren.