Scheppach SC2200PE Traduccion Del Manual De Instrucciones Originale página 95

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 103
9.3
Controle bandenspanning
Controleer regelmatig de bandenspanning. Lange
standtijden en zonlicht bevorderen een snelle veroude-
ring van de banden.
• Aanbevolen bandenspanning in de aangedreven
wielen: 1,38 bar
• Aanbevolen bandenspanning in het steunwiel: 3,1
bar
Aanwijzing: Als u vaststelt dat de banden of wielen
beschadigd zijn, moet u contact opnemen met de klan-
tenservice resp. gespecialiseerde werkplaats.
Controle voor gebruik
• Controleer alle zijdes van de motor op olie of brand-
stoflekken.
• Controleer het motoroliepeil.
• Controleer het brandstofpeil – de tank moet min-
stens halfvol zijn.
• Controleer de conditie van het luchtfilter.
• Controleer de conditie van de brandstofleidingen.
• Let op tekenen van schade.
• Controleer of alle veiligheidsafdekkingen zijn aan-
gebracht en of alle schroeven, moeren en pennen
zijn aangedraaid.
10. Werking van de veegmachine
10.1 Instellen van de hoogte van de stuurstang
(afb. 12)
1.
Stel de stuurstang (16) in op een comfortabele
werkhoogte (3 niveaus).
2.
Gebruik hiervoor de greep (19) aan de onderkant
van de stuurstang (16).
3.
Laat de greep (19) weer hoorbaar vastklikken.
CHOKE
Startpositie
Motor uit
10.2 Motor starten (afb. 1, 11)
Controleer voor elke start het benzine- en motoroliepeil
(zie hoofdstuk 9.1 en 9.2). Controleer of de bougiestek-
ker (4) op de bougie (4a) is aangesloten.
1.
Zet de gashendel (18) bij koude motor in de CHO-
KE-stand. De choke is niet nodig als de motor
warm is.
2.
Druk de primerpomp (22) 1 tot 4x in, afhankelijk
van de temperatuur (zie sticker op het luchtfilter).
3.
Start de motor met starterkoord (14). Trek hiertoe
de greep ca. 10-15 cm (tot een weerstand voel-
baar is) er uit. En trek hier vervolgens krachtig
met een ruk aan. Als de motor niet is gestart, nog-
maals aan starterkoord (14) trekken.
4.
Op basis van een beschermplaat op de motor kan
er een lichte rookvorming ontstaan, indien u de
machine voor de eerste keer gebruikt. Dit is een
normaal proces.
5.
Zet de gashendel (18) langzaam in de startstand
als de motor begint te draaien.
6.
Nadat de motor is opgewarmd, stelt u de gashen-
del (18) in op de gewenste snelheid - maximum-
snelheid haas en laagste snelheid schildpad).
10.3 Motor starten met E-start (afb. 11)
Controleer voor elke start het benzine- en motorolie-
peil (zie hoofdstuk 9.1 en 9.2). Controleer of de bou-
giestekker (4) op de bougie (4a) is aangesloten.
1.
Zet de gashendel (18) in de startpositie.
2.
Om de machine te starten, steekt u de contacts-
leutel (23) in het contactslot onder de handgreep
en drukt u deze in.
3.
Houd de contactsleutel (23) ingedrukt tot de motor
start en laat hem dan los.
4.
Stel de gashendel (18) in op de gewenste snel-
heid - maximale snelheid haas en laagste snel-
heid schildpad).
Aanwijzing: Als het starten van de motor met E-start
niet lukt, laadt u de accu (25) op met de meegeleverde
oplader (26) (zie 11.6.).
10.4 Motor uitschakelen (afb. 1, 11)
1.
Om de motor te stoppen, zet u de gashendel (18)
op „motor uit" en laat u de beide koppelingshen-
dels (18, 1) los. Wacht tot de borstels stilstaan.
2.
Verwijder de bougiestekker (4) uit de bougie (4a)
om ongewenst starten van de motor te voorkomen.
3.
Verwijder de contactsleutel (23) en berg hem veilig
op.
www.scheppach.com
NL | 95
loading

Este manual también es adecuado para:

505344