NL
De gashendel regelt de snelheid van de motor en beweegt tussen SNEL
, LANGZAAM
en
STOP-posities. De gashendel schakelt de motor uit wanneer deze in de STOP-stand wordt gezet.
Choke-controle
De chokebediening wordt gebruikt om de carburateur te choken en te helpen bij het starten van de motor.
De chokehendel schuift tussen CHOKE DICHT
en CHOKE OPEN
posities.
Gebruik nooit de choke om de motor te stoppen.
Koppelingshendel
Knijp de bedieningshendel in, de koppeling ingeschakeld. Laat de hendel los, de koppeling is uitgeschakeld.
4.2.
Assemblage van het apparaat
Gebruik de schroevendraaier en de hamer om alle zijsloten te openen.