Solo 206 Eazy Manual Original página 42

Pulverizador electrico
Ocultar thumbs Ver también para 206 Eazy:
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 24
9 Gebruik van het apparaat
 Het apparaat niet bij wind of regen gebruiken;
 Voor het begin van de werken de windrichting
controleren en de sproeirichting kiezen, weg van
de bediener.
 Sproei niet in de richting van personen, dieren,
geopende deuren en vensters, auto's of andere
zaken die door sproeimiddel kunnen worden
beschadigd.
 Let op dat enkel datgene wat echt moet worden
besproeid, ook daadwerkelijk wordt besproeid.
Bij het sproeien moet worden opgelet dat er een
gelijkmatige verdeling en homogene
verspreiding van het sproeimiddel op de te
behandelen oppervlakken;
Sproeidoppen instelling (Fig. 10):
a) Sproeidop gesloten
 holle conus spuitpatroon
Afgiftehoeveelheid
bij 2,5 bar: 0,6 l/min
b) Sproeidop geopend (vanaf ½ draaiing 180° tot
max. 1 revolutie, 360°)
 smalle, sterke straal
Afgiftehoeveelheid bij 2,5 bar: 1,6 l/min
Sproeien:
Bij gesloten handklep (g) (handklep niet
geactiveerd) met de aan-/uitschakelaar (f) de pomp
inschakelen.
De spuitstok aan de handklep in de hand houden.
Fig. 11:
Om te sproeien de handklep indrukken.
Door de handklep los te laten wordt het sproeien
onderbroken.
Om onder bladeren te sproeien, kan de sproeistok
in de handklep - na het losmaken van de borgmoer
- worden gedraaid.
Als het sproeimiddel niet correct wordt gesproeid,
moeten sproeier en filterinzetstuk evt. worden
gereinigd (hoofdstuk 10.3) of vervangen.
Bij aanzienlijk verminderde spuitvermogen, het
sproeiproces stoppen en de accu opladen.
(hoofdstuk 7.4)
Bij een werkonderbreking, waarbij het apparaat
wordt opzij gezet, altijd de pomp met de aan/uit-
schakelaar uitschakelen.
9.1 Resthoeveelheid van het sproeimiddel
Het sproeimiddel wordt vanaf een resthoeveelheid
van minder dan 200 ml in de sproeimiddeltank niet
langer meer correct getransporteerd. Indien nodig,
bijkomend sproeimiddel toevoegen of om het
sproeien te beëindigen, de overblijvende resthoe-
veelheid met 2 liter zuiver water verdunnen en op
het te behandelen oppervlak sproeien.
NEDERLANDS 5
9.2 Sproeien beëindigen
Na het beëindigen van het werk, met de aan-
/uitschakelaar de pomp uitschakelen.
Om het apparaat drukloos te maken, de spuitstok
bij uitgeschakelde pomp in de sproeimiddeltank of
in een geschikte opvangbak voor het sproeimiddel
houden en de handklep zo lang bedienen, tot er
geen vloeistof meer uittreedt.
Accu verwijderen en veilig opslaan.
Het apparaat volgens hfst. 10.3 legen en reinigen,
gezicht en handen reinigen, werkkleding
wegleggen en regelmatig wassen.
10 Onderhoud, reiniging en opslag
10.1 Onderhoudsplan
Voor het begin van de werken:
Gehele apparaat op bedrijfsveilige toestand
controleren:
o Visuele controle van het apparaat
o Dichtheid van alle apparaatonderdelen
controleren (bij geopend en gesloten
handklep)
o Werking van alle functieonderdelen contro-
leren (aan-/uitschakelaar, handklep)
o Buisleidingen en hun schroefverbindingen
controleren.
o Visuele controle van de tankfilter
Na het einde van de werken, bij het vervangen van
sproeimiddel, indien nodig:
Sproeimiddeltank reinigen hoofdstuk 10.3
Sproeier en filter reinigen hoofdstuk 10.3
Tankfilter reinigen hoofdstuk 10.3
10.2 Testloop
Bij het begin van het sproeiseizoen en maandelijks
moet bij een testloop met zuiver water het
volgende worden gecontroleerd:
 Dichtheid van alle apparaatonderdelen tijdens
werking van de pomp met open en gesloten
handbediende klep
 Werking van de handmatige klep; wanneer de
handbediende klep gesloten is (handbediende
klep niet bediend), mag er geen sproeimiddel
ontsnappen.
 Doseer- en verdelingsnauwkeurigheid
Bij onregelmatigheden, schade, ondichtheden of
beperkte werking het apparaat niet gebruiken maar
onmiddellijk door een werkplaats laten controleren.
loading