• Maak nooit gebruik van adapters voor de voedingsspanning die afwijken van degenen die aan de onderkant van het apparaat
aangegeven staan (gegevensplaatje). Houd de voedingskabel uit de buurt van warme oppervlakken.
• Plaats de pot motorbescherming (C1) en het fl esje (C2) in de speciale ruimte (A5) om het omkantelen hiervan te voorkomen.
• Verzeker u ervan dat de aansluitingen en de afsluiting van de pot motorbescherming en het fl esje met zorg uitgevoerd zijn om
lekkages in de afzuiging te voorkomen.
• Kantel de pot motorbescherming nooit om als deze aan het apparaat in werking aangesloten is aangezien de vloeistof het apparaat
binnen zou kunnen worden gezogen waardoor de pomp beschadigd raakt. In het geval dat dit gebeurt dient u het zuigapparaat
onmiddellijk uit te schakelen en te legen en alle werkzaamheden voor het reinigen van de pot en het fl esje uit te voeren.
• Interacties: De materialen die voor de aanraking met afscheidingen gebruikt zijn zijn thermoplastische polymeren met een hoge
stabiliteit en chemische weerstand (PP). Hoe dan ook is het niet mogelijk om interacties uit te sluiten. Om deze reden raden we u
aan om: a) altijd het langdurige contact van de vloeistof met de recipiënten of de slangen te voorkomen en om deze voorwerpen
onmiddellijk na het gebruik te reinigen of te ontsmetten; b) In het geval dat zich storingen voordoen, bijv. het verslappen van de
accessoires of scheuren hierin, stop onmiddellijk de operatie en voorzie in de vervanging van de gebruikte materialen. Neem
contact op met een erkend servicecentrum en geef de gebruikswijze aan.
• De canule is een steriel product voor eenmalig gebuik en dient na elke applicatie te worden vervangen. Controleer de vervaldatum
op de originele verpakking van de canule en controleer de integriteit van de steriele verpakking. FLAEM NUOVA S.p.A. wijst elke
verantwoordelijkheid voor de verwonding van patiënten als gevolg van de achteruitgang van de steriele verpakking als gevolg van
handelingen door derden aan de originele verpakking van het gehele apparaat.
• Neem contact op met de fabrikant om problemen en/of onverwachte situaties verbonden aan de functionering te melden.
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
Voor elk gebruik dienen de accessoires met zorg te worden gecontroleerd en dient u zich ervan te verzekeren dat ze vrij
van stof, ophopingen, klonten of vloeistoffen zijn aan de binnenkant van de verbindingsslangen en pot motorbeveiliging, het
flesje en de bijbehorende afsluitdoppen. Bovendien dienen ze gereinigd en ontsmet te worden in overeenstemming met de
aanwijzingen die in de paragraaf "REINIGING, ONTSMETTING EN DESINFECTIE" beschreven staan. We raden een persoonlijk
gebruik van de accessoires, de verzamelbakken en de verbindingsslangen aan om het gevaar voor ontstekingen als gevolg
van besmetting te voorkomen.
1. Steekt het netsnoer (A6) vervolgens aan op een stopcontact dat overeenkomt met de spanning van het apparaat. Hetzelfde moet
zo worden geplaatst dat het niet moeilijk om de scheiding te maken uit het stopcontact.
2. Was uw handen zorgvuldig alvorens tot de voorbereiding van de applicatie over te gaan.
3. Sluit, met behulp van de korte slang (B1) de luchtinvoer (A3) van het apparaat aan op de aansluiting "A" (OUT) (C1.1) van de pot
motorbescherming (C1). Maak gebruik van de andere korte slang (B1) voor het verbinden met de aansluiting "B" (IN) (C1.2) van de
pot motorbescherming met de aansluiting "A" (OUT) (C2.1) van het flesje (C2).
4. Sluit met behulp van de lange slang (B2) de aansluiting "B" (IN) (C2.2) van het flesje (C2) aan op de handmatige bediening van de
opgezogen stroom (C3) en de canule voor eenmalig gebruik (C4).
5. Zet het apparaat in werking met behulp van de schakelaar (A1), houd er rekening met dat het apparaat voorzien is voor continu
gebruik, op een horizontale ondergrond voor een correcte functionering van de beschermingsinstallatie tegen het binentreden
van vloeistoffen in de aspiratiepomp en vrij van wanden om de juiste koeling van de motor mogelijk te maken. Met behulp van de
vacuüm Afstelknop (A4) is het mogelijk om de gewenste waarde van het vacuüm (bar) in te stellen. Door de de knop naar (+) te
draaien wordt een groter vacuüm verkregen terwijl door naar (-) te draaien een kleiner vacuüm verkregen wordt. Deze waarden
kunt u op de "vacuümmeter" (A2) aflezen.
6. Plaats een vinger op de opening van de handmatige bediening van de opgezogen stroom (C3) en laat, op impulsen, de patiënt aspireren.
7. Aan het einde van de applicatie, schakel het apparaat uit en verwijder de stekker uit het stopcontact. Alvorens het apparaat weer
in te schakelen verzeker u ervan dat deze tot op kamertemperatuur afgekoeld is.
8. Voorzie in het legen en de reiniging van het flesje en de verbindingsslangen.
REINIGING, ONTSMETTING EN DESINFECTIE
Schakel het apparaat uit vóór elke reinigingsbeurt en ontkoppel de netkabel.
REINIGING VAN HET APPARAAT EN DE BUITENKANT VAN DE SLANG
Gebruik alleen een doek die bevochtigd is met een antibacterieel reinigingsmiddel (niet schurend en zonder oplosmiddelen van
ongeacht welke aard)
BINNENBUIS (B1,B2)
- De slangen moeten na elk gebruik zorgvuldig worden uitgespoeld met warm water uit de kraan, gevolgd door een oplossing van
één deel azijn op drie delen warm water.
- Spoel de slangen schoon met warm water uit de kraan en laat deze drogen.
ONTSMETTING EN DESINFECTIE VAN DE ACCESSOIRES
Het is aanbevolen om de accessoires door één iemand te laten gebruiken om eventuele risico's voor infectie door besmetting te
vermijden.
Demonteer de accessoires zoals hierna beschreven:
Verwijder de canule (C4), de handmatige bediening van de opgezogen stroom (C3) en de lange slang (B2) van het fl esje. Verwijder de
16