HOE GEBRUIKT U DE STETHOSCOOP
1. Wanneer het voertuig op de brug staat, brengt u de klemmen aan op de verdachte plaatsen.
Als u bijvoorbeeld vermoedt dat een wiellager defect is, brengt u op elk lager een klem aan.
Bevestig de klem op het gewricht dicht bij de binnenzijde van het wiel. Om nauwkeurig te
kunnen vergelijken, brengt u de klemmen telkens op dezelfde plaats aan. Bevestig de 2 andere
klemmen op de transmissie en aan het differentieel, want een probleem dat aanvankelijk aan
de wiellagers wordt toegeschreven, blijkt vaak een andere oorzaak te hebben.
Als u de oorzaak van het probleem bij de remmen zoekt, bevestigt u de eerste 4 klemmen bij
de remmen. Hoe dichter de klem bij het veronderstelde probleem wordt aangebracht,
hoe beter het geluid wordt weergegeven.
2. Trek de draden naar de voorste passagierszetel en sluit de stekker van elke draad aan op de
bedieningskast. Zorg ervoor dat de kleur overeenstemt met het cijfer, bv. de gele stekker
wordt in contact nr. 1 gestoken, de groene in contact nr. 2, enz.
3. Gebruik het notitieblok voor identificatie en noteer de plaats en de kleur van elke
microfoonklem. Zo kunt u tijdens de wegtest het probleemgeluid precies toeschrijven aan het
defecte onderdeel.
4. Met behulp van de bijgeleverde nylon en velcro bevestigingen (via uw distributeur kunt u
extra bevestigingen bijbestellen) bevestigt u de draden op zodanige wijze onder het voertuig
dat ze niet over de grond slepen tijdens de test. Zorg dat de draden niet in contact komen met
de uitlaat of met andere onderdelen die zo warm worden dat ze de draden zouden kunnen
beschadigen.
5. OPGELET! Wij raden ten zeerste aan dat de technicus met de koptelefoon
plaatsneemt op de passagierszetel en dat een andere persoon het voertuig bestuurt.
6. Haal het voertuig van de brug en voer de wegtest uit. Tijdens de test schakelt u de aan/uit-
schakelaar van de volumeregeling in. Op kanaal # 1 (rood) regelt u het volume op het
gewenste niveau. Verschillende geluidsniveaus kunnen nog andere geluiden en problemen aan
het licht brengen. Eerst en vooral prent u zich de geluiden die u hoort goed in. Draai de
keuzeschakelaar nu naar het volgende kanaal dat een wiellager weergeeft. U kunt de twee
kanalen onmiddellijk met elkaar vergelijken door de schakelaar achtereenvolgens van kanaal
#1 op kanaal #2 en omgekeerd te zetten. Test vervolgens het derde kanaal, dan het vierde, het
vijfde en ten slotte het zesde. Na de 4 wiellagers met elkaar te hebben vergeleken, noteert u
het nummer van het kanaal waarop het probleem zich voordoet.
7. Beluister vervolgens de twee andere kanalen om u ervan te vergewissen dat ze geen
verdachte geluiden vertonen.
Belangrijk! Maak tijdens het rijden aantekeningen over de waargenomen geluiden (geratel,
geknars enz.) op elk kanaal. Na de terugkeer in de werkplaats concentreert u zich op de
precieze plaats van het probleem.