3.3.4 Alarmfunctie deur open
Als de koelkastdeur langer dan 2 minuten
is geopend, geeft uw apparaat een
piepgeluid.
3.4 Waarschuwingen
temperatuurinstellingen
• Uw apparaat is ontworpen om
te werken binnen bereiken van
omgevingstemperatuur zoals
gespecificeerd in de normen, volgens
de klimaatklasse die op het typeplaatje
staat vermeld. Het wordt niet
aanbevolen uw koelkast te gebruiken in
omgevingen die buiten de aangegeven
temperatuurbereiken vallen. Dit zal
de koelefficiëntie van het apparaat
verminderen.
• Temperatuuraanpassingen moeten
worden uitgevoerd in overeenstemming
met het aantal malen dat de deur wordt
geopend, de hoeveelheid voedsel dat
in het apparaat wordt bewaard en de
omgevingstemperatuur van waar het
apparaat zich bevindt.
• Als het apparaat voor het eerst wordt
ingeschakeld, moet het 24 uur draaien
om de werkingstemperatuur te bereiken.
Open de deur tijdens deze periode niet
en bewaar er geen grote hoeveelheden
voedsel in.
• Er wordt gebruik gemaakt van een
vertragingsfunctie van 5 minuten om te
voorkomen dat de compressor van uw
apparaat beschadigt als u de stekker
van het apparaat in het stopcontact
steekt of eruit trekt, of als er zich een
stroomstoring voordoet. Uw koelkast zal
na 5 minuten normaal gaan werken.
Klimaatklasse en betekenis:
T (tropisch): Dit koelapparaat is bedoeld
voor gebruik bij omgevingstemperaturen
van 16°C tot 43°C.
ST (subtropisch): Dit koelapparaat
is bedoeld voor gebruik bij
omgevingstemperaturen van 16°C tot 38°C.
N (matig): Dit koelapparaat is bedoeld voor
gebruik bij omgevingstemperaturen van
16°C tot 32°C.
SN (uitgebreid matig): Dit
koelapparaat is bedoeld voor gebruik bij
omgevingstemperaturen van 10°C tot 32°C.
Belangrijke installatie-instructies
Dit apparaat is ontworpen om te werken
in moeilijke klimaatomstandigheden en is
uitgerust met 'Freezer Shield'-technologie,
die ervoor zorgt dat het bevroren voedsel
in de vriezer niet zal ontdooien, zelfs als de
omgevingstemperatuur de -15°C bereikt. U
kunt uw apparaat dus in een onverwarmde
ruimte plaatsen zonder u zorgen te hoeven
maken of het bevroren voedsel bederft. Als
de omgevingstemperatuur weer normale
condities vertoont, kunt u het apparaat
weer op normale wijze gebruiken.
3.5 Accessoires
Visuele en tekstuele omschrijvingen op
het gedeelte van de accessoires kunnen
afhankelijk van het model van uw
apparaat variëren.
3.5.1 IJsblokjesvorm (in bepaalde
modellen)
• Vul de ijsblokjesvorm met water en plaats
in het diepvriesgedeelte.
• Nadat het water volledig bevroren is,
kunt u de ijsblokjesvorm buigen zoals
hieronder om de ijsblokjes te verwijderen.
NL -40