5. PROGRAMMERING VAN DE RELAISUITGANG
De ontvanger heeft drie modi waarin u de werking van de relaisuitgang (maakcontact) kunt programmeren.
In DE WISSELMODUS verandert het relais zijn status telkens wanneer de toets zender wordt ingedrukt.
1.
In DE ONMIDDELLIJKE modus blijft de relaisuitgang gesloten totdat op de toets van de zender wordt gedrukt.
2.
3.
In DE TIJDGESTUURDE modus blijft de relaisuitgang vanaf het moment dat de zenderknop wordt ingedrukt gedurende een
programmeerbare tijd van 1 tot 120 seconden gesloten.
Controleer of de ontvanger is ingeschakeld en klaar is voor gebruik (LED uit).
Houd de leerknop minstens 2 seconden ingedrukt, maar minder dan 10.
Wanneer u ziet dat de LED knippert, laat u de knop langzaam los.
De LED knippert 5 keer om de juiste programmering te bevestigen.
Controleer of de ontvanger is ingeschakeld en klaar is voor gebruik (LED uit).
Houd de leerknop minstens 10 seconden ingedrukt.
Wanneer u ziet dat de LED snel knippert, laat u de knop los.
Houd de leerknop 5 seconden ingedrukt.
De LED knippert 5 keer om de juiste programmering te bevestigen.
Controleer of de ontvanger is ingeschakeld en klaar is voor gebruik (LED uit).
Houd de leerknop minstens 10 seconden ingedrukt.
Wanneer u ziet dat de LED snel knippert, laat u de knop los.
Druk een aantal keren op de leerknop, gelijk aan de seconden waarvoor u wilt programmeren dat het
contact van het relais gesloten blijft (minimaal 1, maximaal 120).
Bij elke druk op de knop knippert het LED-lampje.
Voorbeeld: 10 druk op de toets = de uitgang blijft gedurende 10 seconden gesloten.
Houd de leerknop 5 seconden ingedrukt.
De LED knippert 5 keer om de juiste programmering te bevestigen.
LEGENDE:
6-1620051M - rev.9 - 22/05/2023
HIERMEE SCHAKELT U DE GEBRUIKSMODUS IN OF UIT
MODUS VOOR ONMIDDELLIJK GEBRUIK (STANDAARD)
TIMING-MODUS VAN GEBRUIK
R
= LED uit;
= LED aan vast;
SLOW
FAST
FAST
Voorbeeld
= LED knippert
5 x
5 x
10 x
5 x
Nederlands - 5