AANPASSEN VAN FABRIEKSINSTELLINGEN :
De machine controleert het terugbranden en post gas. In de handmatige stand is het mogelijk om, dankzij een verborgen menu, de
fabrieksinstellingen te regelen.
Druk 3 s. op de «MODE» knop (2) om in het verborgen menu te komen,
U kunt de verschillende functies bekijken met de «MODE» knop (2).
F06 : Afstellen van het terugbranden. Deze functie voorkomt dat het draad gaat plakken aan de contactbuis. Regelbereik tussen -20
en 70 ms met de knoppen TYPE (-) en WIRE (+).
F07 : Afstellen van Post gas. Afstellen van de periode waarin het gas het smeltbad blijft beschermen. Regelbereik varieert van 0ms
tot 950 ms met de knoppen TYPE (-) en WIRE (+).
EXPERT INSTELLINGEN (VOLGENS DE 1090 NORM)
Om aan de eisen van EN 1090 norm te voldoen realiseert het apparaat een beschrijving van de lasmethode en is het mogelijk de
spanning, de stroomsterkte en de draadsnelheid van het toestel te kalibreren. Waarschuwing: de kalibratie moet door GYS of een
gekwalificeerde technische dienst van de distributeur worden uitgevoerd. Benodigde apparatuur: resistieve belasting (artikelcode:
060418), toerenteller (artikelcode: 053953), voltmeter en ampèremeter
(artikelcode: 053984).
1 / Kalibratie van de spanning en stroom :
De functies F00 (spanning) en F01 (stroom) zijn regelbaar via het verborgen menu. Deze functies zijn toegankelijk na 3s. op de MODE
knop te drukken. Regelbereik tussen de -20% tot +20%, op 1% nauwkeurig.
2/ Kalibratie van de draadsnelheid :
WAARSCHUWING : Om de draadsnelheid te kunnen zien is een kalibratie nodig voor iedere lasconfiguratie.
De functies F02 (interne motor) en F05 (aparte haspel) zijn regelbaar in et verborgen menu (toegankelijk na 3s. op de MODE knop
te drukken). Regelbereik tussen de -20% tot +20%, op 1% nauwkeurig.
Om uit de verborgen menus te gaan, druk op de MODE knop tot «END» verschijnt.
«SYNERGIC» (FIG-V) MODUS
Dankzij deze functie is het niet nodig om de draad snelheid in te stellen.
• Zet de draadsnelheid draaiknop (4) in het midden van het «Optimal synergetische» gebied
• Selecteer:
- Soort draad (3)
- Draad diameter (3)
- Vermogen (schakelaar aan de voorkant)
Kijk naar de« mode synergic » tabel om de juiste positie te kiezen, afhankelijk van het te lassen materiaal. VI). Vanuit deze com-
binatie van instellingen bepaalt het toestel de optimale draadsnelheid, en is het lasapparaat klaar voor gebruik. Indien nodig is het
mogelijk om de draadsnelheid in te stellen dankzij + of - draai knoppen (4). De laswerkconfiguraties worden opgeslaan en gereac-
tiveerd bij het opnieuw opstarten van het lasapparaat, of bij elk druk op de toorts-trekker van de generator of van de aparte haspel
(draad diameter, type draad, modus).
RISICO OP VERWONDINGEN VEROORZAAKT DOOR BEWEGENDE ONDERDELEN
De draadaanvoersystemen zijn voorzien van bewegende delen die handen, haar, kleding en gereedschap kunnen grijpen
en die ernstige verwondingen kunnen veroorzaken !
• Raak met uw hand(en) geen bewegende, draaiende of aandrijvende onderdelen aan.
• Let goed op dat de behuizingen van het apparaat correct gesloten blijven wanneer het apparaat in werking is.
Draag geen handschoenen tijdens het afwikkelen van de lasdraad en het verwisselen van de spoelen.
ADVIES EN THERMISCHE BEVEILIGING
• Geen kabels bevestigen aan de handvaten, de toortshouders of de bovenplaat om eventueel het apparaat op te tillen of te verplaat-
sen, maar altijd de kabels onder het lasapparaat (door) bevestigen. Gedurende deze operatie, mag de gas fles niet op het lasapparaat
bevestigd zijn.
• Volg de standaard regels van het lassen.
• Laat de ventilatieopening vrij zodat de lucht gemakkelijk kan circuleren.
• Laat, na het lassen, het toestel aan staan om af te koelen.
• Thermische beveiliging: het controlelampje gaat aan en de afkoelingstijd beslaat enkele minuten, afhankelijk van de omgevings-
temperatuur.
PROMIG
NL
43