• Elektrochirurgische apparatuur of defibril-
latoren. Koppel de stimulatie-elektroden los
voordat u elektrochirurgische apparatuur of
defibrillatoren gaat gebruiken. Er kunnen
anders brandwonden van de huid onder de
elektroden optreden en het apparaat kan
kapot gaan.
• MRI. Draag geen elektroden of het apparaat
tijdens een MRI-scan. Dit kan leiden tot
oververhitting van het metaal en brand-
wonden van de huid veroorzaken in de
buurt van de elektroden.
• Ontvlambare of explosieve stoffen Gebruik
het apparaat niet in een omgeving waar
brand- of explosiegevaar bestaat, zoals een
zuurstofrijke omgeving, in de nabijheid van
ontvlambare verdovingsmiddelen, enz.
• Stroomvoorziening. Sluit de stimulatiekabels
nooit aan op een externe stroombron. Dit
kan een elektrische schok veroorzaken.
• Nabij andere apparatuur. Gebruik het appa-
raat niet naast of boven op andere appara-
tuur. Als u het apparaat naast of boven op
een ander systeem moet gebruiken, moet u
controleren of het apparaat correct werkt in
de gekozen configuratie.
• Overig. Elektroden voor één patiënt. Deel
geen elektroden met anderen. Elke gebrui-
ker moet over een persoonlijke set elektro-
den beschikken om ongewenste huidreac-
ties of overdracht van ziekten te voorko-
men.
• Toebehoren. Gebruik dit apparaat alleen
met de geleidingsdraden, elektroden en
toebehoren die door de fabrikant worden
aanbevolen. Het gebruik van andere toebe-
horen kan de prestaties van het apparaat
negatief beïnvloeden, kan leiden tot een
sterkere elektromagnetische straling of kan
de elektromagnetische immuniteit van het
apparaat verminderen.
• Geen wijzigingen. Er zijn geen wijzigingen
aan de apparatuur toegestaan.
12.3. Voorzorgsmaatregelen
• Supervisie. Gebruik dit apparaat alleen
onder voortdurende supervisie van een
bevoegd arts. De plaats van de elektroden
en de instellingen voor stimulatie dienen te
worden gebaseerd onder geleide van de arts
die de behandeling heeft voorgeschreven.
• Fabrikant. De fabrikant aanvaardt geen
verantwoordelijkheid voor een andere
plaatsing van elektroden dan aanbevolen.
• Zwangerschap. De veiligheid van elektrische
stimulatie tijdens de zwangerschap is niet
vastgesteld.
• Irritatie van de huid. Sommige patiënten
kunnen last krijgen van huidirritatie of over-
gevoeligheid vanwege elektrische stimulatie
of het elektriciteit geleidende medium (gel).
De irritatie kan worden verminderd door het
gebruik van een alternatief geleidend
medium of een andere plaatsing van de
elektroden. Sommige patiënten kunnen na
een sessie last krijgen van roodheid onder
de elektroden. Deze roodheid verdwijnt
gewoonlijk na enkele uren. De patiënt
wordt geadviseerd de arts te raadplegen als
de roodheid niet na enkele uren verdwijnt.
Begin geen nieuwe stimulatie van hetzelfde
gebied als de roodheid nog steeds zichtbaar
is. Krab niet in het rode gebied.
• Hart- en vaatziekten. Patiënten met een
vermoeden van of een gediagnosticeerde
hart- en vaatziekte moeten de voorzorgs-
maatregelen in acht nemen die door hun
arts zijn aanbevolen.
NL
133