Terraillon Window Coach Manual De Instrucciones página 33

TERRAILLON LICHAAMSVETWEEGSCHAAL – HANDLEIDING
PRODUCTKENMERKEN
1. Bio-elektrische impedantieanalyse (BIA) voor het bepalen van het percentage lichaamsvet en lichaamsvocht.
2. Geheugen voor 8 gebruikers
3. «Batterij bijna leeg»-waarschuwing
4. Max. capaciteit: 160 Kg
5. Min. capaciteit:: 10 Kg
6. Graduatie:: 100g
7. Graduatie lichaamsvet en lichaamsvocht: 0,1 %
8. Voor gebruikers van 10 tot 99 jaar.
9. FWerkt met 3 AAA 1,5 V-batterijen (niet inbegrepen).)
10. Gewichtseenheid: kg/lb/st (selecteer of wijzig d gewichtseenheid met de knop op de onderkant van de
weegschaal)
BELANGRIJKE INFORMATIE DIE U MOET WETEN VÓÓR HET GEBRUIK VAN UW PERSONENWEEGSCHAAL/
LICHAAMSVETMETER
1. Wat is bio-elektrische impedantie?
Bio-elektrische impedantie is de weerstand die het menselijk lichaam biedt wanneer elektrische stroom door
het lichaam gaat. Alle personenweegschalen/lichaamsvetmeters werken volgens hetzelfde principe dat eruit
bestaat de bio-elektrische impedantie van het menselijk lichaam te meten, deze meting met de morfometrische
gegevens van de persoon te combineren (grootte, gewicht, geslacht, leeftijd, enz.) om de vermoedelijke
hoeveelheid vetmassa af te leiden die
gebaseerd is op klinische studies.
2. Waarom is het belangrijk om het vetgehalte in het oog te houden?
Het gewicht is een belangrijke indicator van uw lichaamsvorm, maar gewicht alleen volstaat niet. Uit een
gewichtsverschil op zich kunt u niet afleiden of dat verschil aan het gewicht van de vetmassa of van de
spiermassa ligt. Voor een goede gewichtscontrole is het wenselijk dat de spiermassa behouden blijft terwijl
er vetmassa wordt verloren. Bijgevolg is het voor een geslaagde gewichtscontrole en goede lichamelijke gezondheid belangrijk om het vetgehalte in het lichaam in het oog te houden. Het optimale vetgehalte van een
persoon verschilt naargelang de leeftijd en het geslacht.
De onderstaande tabel kan als richtlijn dienstdoen:
Norm voor mannen
Indeling
Laag
Optimaal
Gemiddeld
Hoog
Norm voor vrouwen
Indeling
Laag
Optimaal
Gemiddeld
Hoog
NL
20-29 30-39
< 13 % < 14 %
14-20 % 15-21 %
21-23 % 22-24 %
> 23 % > 24 %
20-29 30-39
< 19 % < 20 %
20-28 % 21-29 %
29-31 % 30-32 %
> 31 % > 32 %
Leeftijd
40-49 50-59
< 16 % < 17 %
17-23 % 18-24 %
24-26 % 25-27 %
> 26 % > 27 %
Leeftijd
40-49 50-59
< 21 % < 22 %
22-30 % 23-31 %
31-33 % 32-33 %
> 33 % > 34 %
60+
< 18 %
19-25 %
26-28 %
> 28 %
60+
< 23 %
24-32 %
33-35 %
> 35 %
33