Bestron AAC6000 Manual Del Usuario página 33

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 62
MONTAGE
Deze airconditioner moet aangesloten worden op een elektrisch circuit met een 16 A stroomonderbreker
aan de zijde van het gebouw. Hij moet weggehouden worden van snel ontvlambare materialen en er dient
een vrije ruimte van 30 cm rond het toestel te zijn. Bijkomend wordt een aardlekschakelaar van 30 mA
aanbevolen. Indien er gebruik gemaakt wordt van een verlengkabel, dan mag er enkel gebruik gemaakt
worden van geschikte diameters. Stekkerdozen niet overladen indien hier gebruik van gemaakt wordt. De
airconditioner moet op een vlakke vloer met voldoende draagvermogen geplaatst worden.
MONTAGE - Warmteafvoer installeren
1. Kies een plek in de buurt van een raam en een
stopcontact om het apparaat neer te zetten.
2. Draai de twee kunststof uiteindes van de afvoer-
slang (figuur 1, nr. 14) op de afvoerslang (zie
figuur 2).
3. Monteer de afvoerslang op de warmeluchtuitlaat
(10) aan de achterkant van het apparaat (zie
figuur 2).
LET OP:
Om breken te voorkomen, mag de afvoerslang
niet te ernstig worden vervormd of gedraaid.
De maximale lengte van de afvoerslang is 150
cm. Gebruik geen verlengstukken of andere af-
voerslangen, dit kan ernstige storingen veroor-
zaken.
Om oververhitting te voorkomen, mag de afvoer
van het apparaat niet worden geblokkeerd.
Heeft u een kiepraam in plaats van een
schuifraam, schaf dan een raamafdichtingsset
aan om uw hele raam luchtdicht af te kunnen sluiten.
GEBRUIK - In- en uitschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact. Het apparaat geeft een pieptoon, dat is normaal. Het display (figuur
1, a) geeft de huidige kamertemperatuur aan.
2. Druk op de knop "power" (h). Het apparaat begint te werken in de laatst gebruikte modus. Als u het
apparaat voor de eerste keer inschakelt, is dat de koelmodus. Het betreffende indicatielampje boven de
knop "mode" gaat branden.
3. Stel de gewenste richting van de luchtstroom in. Richt de luchtstroom recht vooruit of iets naar beneden
door de horizontale lamellen (6) handmatig in de gewenste stand te zetten. Draai of verplaats het
apparaat gemakkelijk dankzij de stevige zwenkwielen om de luchtstroom in de ruimte te richten.
4. Druk nogmaals op de knop "power" om het apparaat uit te schakelen.
5. Neem na gebruik de stekker uit het stopcontact.
GEBRUIK - Modus instellen
Het apparaat is voorzien van drie werkmodi, waarmee u de ruimte kunt ventileren, ontvochtigen en koelen.
Ventileren
1. Druk één of meerdere keren op de knop "mode" (figuur 1, g), totdat het indicatielampje bij "fan" gaat
branden. Het apparaat werkt nu als ventilator.
2. Druk op de knop "speed" (c) om te wisselen tussen een lage of hoge snelheid van de uitgeblazen lucht.
Het indicatielampje bij "low" (lage snelheid) of "high" (hoge snelheid) gaat branden.
Ontvochtigen
1. Druk één of meerdere keren op de knop "mode" (figuur 1, g), totdat het indicatielampje bij "dehum" gaat
branden. Het apparaat schakelt naar de laagste snelheid en zal nu vocht aan de lucht onttrekken.
33
NL
2
loading