Informatie over de applicatieweergave
Er is informatie over de applicatieweergave die van
pas kan komen bij uw werk.
Uitvoerige instructies vindt u in "Applicaties
naaien" in de Bedieningshandleiding.
Aangeven wanneer de
machine stopt
Als u een applicatiepatroon hebt geselecteerd,
verschijnt
in het scherm op de plekken waar
de machine wordt gestopt om een applicatie te
maken.
Helderheid van de schermweergave aanpassen
Als het LCD-scherm te donker of te licht is, kunt u
de helderheid van de schermweergave aanpassen.
1
Druk op
2
Pagina 5 van het instellingenscherm.
3
Druk op
of op
van de schermweergave aan te passen.
.
om de helderheid
Een specifiek naaldstangnummer
voor applicaties
Als u een applicatiepatroon hebt geselecteerd,
worden "APPLICATIEMATERIAAL",
"APPLICATIEPOSITIE" en "APPLICATIE" allemaal
toegewezen aan een specifiek naaldstangnummer.
Plaats de draadkleuren die worden gebruikt voor
de applicaties op die specifieke naaldstang.
* Het scherm wordt vager naarmate u een lagere waarde
opgeeft in het instellingenscherm. Het scherm wordt
helderder, naarmate u een hogere waarde opgeeft in
het instellingenscherm.
5