52
FOUR LFO
(19) RESET/SYNC 4 - un gate o un clock applicato a questa presa provoca azioni
diverse secondo il modo scelto:
• Nel modo SYNC sincronizza l'LFO 4 al clock esterno.
• Nel modo RESET, quando gli LFO sono in free-running, resetta il ciclo della
forma d'onda dell'LFO 3.
• Nel modo RESET, quando gli LFO sono in QUAD, PHASE o DIVIDE, sposta la
forma d'onda assegnabile all'opzione successiva su tutti e quattro gli LFO,
indipendentemente dall'impostazione del selettore 8. Cambiando il modo,
sarà nuovamente attiva la forma d'onda selezionata dal selettore 8.
(20) SINE – uscite di forma d'onda sinusoidale per ogni LFO.
(21) ASSIGN – uscite di forma d'onda assegnabili per ciascun LFO, secondo
l'impostazione del selettore 8.
(22) SQUARE – uscite di forma d'onda quadra per ogni LFO.
PRECISION
Premendo e tenendo premuto il pulsante 7 il FOUR LFO passa in modo PRECISION
per consentire una regolazione precisa. Il LED del modo attuale lampeggia e i fader
effettuano regolazioni fini intorno al punto centrale. Uscendo dal modo PRECISION i
fader non indicheranno necessariamente l'impostazione corrente, quindi il relativo
LED continuerà a lampeggiare per mostrarlo.
AGGIORNAMENTO DEL FIRMWARE
Sul bordo della scheda a fianco del selettore MODE (6) è presente una presa
micro-USB per l'aggiornamento del firmware del FOUR LED, tramite l'applicazione
SynthTribe.
CONSIGLI E SUGGERIMENTI
• Usate l'uscita di un LFO per modulare il parametro selezionato di un altro.
O mettere in cascata la modulazione. . .
• Nel modo free-running usate l'onda quadra di un LFO per resettarne
un altro.
(NL) Stap 2: Bediening
(1) FADER 1 – deze fader heeft twee functies: in free-runningmodus stelt hij
de frequentie voor LFO 1 in; en anders fungeert hij als masterfader voor de
andere drie faders.
(2) FADER 2 – in free-runningmodus fungeert deze als frequentieregelaar voor
LFO 2; anders werkt hij als een offset ten opzichte van de master voor LFO 2.
(3) FADER 3 – als fader 2, maar voor LFO 3.
(4) FADER 4 – als fader 2, maar voor LFO 4.
(5) FREE LED – als deze LED oplicht, staat de FOUR LFO in free-runningmodus.
(6) MODE – gebruik deze schakelaar om de actie voor aansluitingen 16 - 19 te
selecteren. In RESET-modus wordt een gate op de aansluiting(en) toegepast,
waardoor de golfvorm(en) van de LFO('s) worden gereset; in SYNC-modus
worden de LFO('s) gesynchroniseerd met een klok die naar de aansluiting(en)
wordt verzonden.
(7) OVERSCHAKELEN – gebruik deze knop om over te schakelen tussen:
• Free-running, waarbij de vier LFO's onafhankelijk werken.
• Quad, waarbij LFO's 2 t/m 4 slave zijn van LFO 1, maar respectievelijk 90°,
180°en 270° uit fase zijn. Faders 2-4 en aansluitingen 10-12 besturen de
amplitude van LFO's 2-4.
• Phase, waarbij faders 2-4 de fase van LFO's 2-4 ten opzichte van LFO 1
instellen. Met aansluitingen 10-12 kunnen externe CV's verder worden
verschoven.
• Divide, waarbij faders 2-4 de LFO 1-frequentie delen voor LFO's 2-4.
Aansluitingen 10-12 maken verdere CV-besturing mogelijk.
(8) ASSIGN – stelt de golfvorm in die wordt verzonden via aansluitingen 18. Kies
uit zaagtand, ramp, driehoek en trapezium. Dit is een globale instelling die
alle vier de LFO's beïnvloedt.
(9) FREQ– gebruik deze aansluiting om de frequentie van LFO 1 vanaf een
externe CV-bron te besturen, binnen het bereik -5 V tot +5 V.
53
Quick Start Guide
