○ Overbelastingsbeveiliging
Deze veiligheidsvoorziening schakelt de stroomvoorziening naar de motor uit in het geval van overbelasting van de motor
of een verdachte vermindering in rotatiesnelheid tijdens het gebruik.
Wanneer de beveiligingsfunctie overbelasting is geactiveerd, kan de motor tot stilstand komen.
Laat de schakelaar in dit geval onmiddellijk los en verhelp de oorzaak van de overbelasting.
Wanneer u het probleem verholpen heeft kunt u het apparaat opnieuw gebruiken.
OPMERKING
Op grond van het voortdurende research en ontwikkelingsprogramma van HiKOKI kunnen de hierin genoemde technische
gegevens zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
STANDAARD TOEBEHOREN
UM 22VYST UM 16VST2 UM 12VST2
Roerder (mm)
∅ 135 × 2
Verlengstang
—
(mm)
De standaard toebehoren kunnen zonder aankondiging op
ieder moment worden veranderd.
TOEPASSINGSGEBIEDEN
Mengen
van
verpulverde
metselspecie, gips, lijm, evenals oplossingsvrije verf,
vernis en gelijksoortige materialen.
VOOR BEGIN VAN HET WERK
1. Netspanning
Controleren of de netspanning overeenkomt met de
opgave op het naamplaatje.
2. Trekker
Zorg ervoor dat de trekker uit (OFF) staat. Als de stekker
in het stopcontact wordt gedaan met de trekker aan (ON),
zal het elektrisch gereedschap onmiddellijk beginnen te
werken, wat kan leiden tot ernstige ongelukken.
3. Verlengsnoer
Wanneer het werkterrien niet in de buurt van een
stopcontact ligt, dan moet men gebruik maken van een
verlengsnoer, dat voldoende dwarsprofi el en voldoende
nominaal vermogen heeft. Het verlengsnoer moet zo kort
mogelijk gehouden worden.
4. De roerstaaf plaatsen en verwijderen (Afb. 2)
LET OP
Om serieuze ongelukken te voorkomen, dient u ervoor
te zorgen dat de trekker in de uit-stand (OFF) staat,
en dat de voedingsbron is losgekoppeld. Trek de
netstroomstekker uit het stopcontact!
(1) Schroef de roerstaaf op de boorkop. Houd de boorkop
in positie met de moersleutel en draai de roerstaaf met
een andere moersleutel met de klok mee (gezien vanaf
de voorkant). Goed aandraaien.
Er is een moersleutel nodig met de afmetingen die
hieronder zijn weergegeven.
⎡UM 22VYST: 22 mm, 28 mm
⎢UM 16VST2: 22 mm × 2, 19 mm (voor verlengstang) ⎥
⎣UM 12VST2: 22 mm × 2
(2) De demontage vindt in de omgekeerde volgorde plaats.
5. Omschakelen van een hoog toerental naar een laag
toerental
Voordat u de snelheid wijzigt, moet u er zeker van zijn dat
de trekker in de uit-stand (OFF) staat, en dat de machine
volledig tot stilstand is gekomen.
∅ 160 × 1
∅ 120 × 1
L185
—
bouwmaterialen
zoals
⎤
⎦
Voor het veranderen van toerental draait u de
toerentalkiezer in de gewenste richting, zoals aangeduid
wordt in Afb. 3 d.m.v. de pijl. Het op de kast ingeslagen
d.m.v. de pijl. Het op de kast ingeslagen chijfer "1"
betekent laag toerental, het cijfer "2" betekent een hoog
toerental.
Indien het moeilijk is om de toerentalkiezer te draaien,
draai de as dan eerst enigszins naar rechts of links
en probeer de toerentalkiezer vervolgens opnieuw te
draaien.
GEBRUIK
1. Bediening van de schakelaar (Afb. 4)
○ Wanneer u de trekker indrukt, gaat het gereedschap
draaien.
Wanneer u de trekker loslaat, stopt het gereedschap.
○ Als u aan de trekker trekt en de vergrendeling voor „aan"
(ON) indrukt, zal de gekozen stand blijvend worden
ingeschakeld, wat gemakkelijk is voor een continue
werking. Als u het gereedschap uitschakelt, kan de
vergrendeling voor „aan" (ON) worden uitgeschakeld
door weer aan de trekker te trekken.
2. De snelheid instellen (Afb. 5)
U kunt van tevoren het gewenste toerental instellen met
de toerentalregeling.
ONDERHOUD EN INSPECTIE
Vóór onderhoud en reiniging moet eerst de stekker worden
uitgetrokken.
1. Opbergen en reinigen
Bewaar de mixer op een droge plaats met de motordelen
omhoog.
Vermijd bij het reinigen van de mixer dat water of andere
vloeistoff en bij de motordelen komen.
2. Inspectie van de boor en schroefdraadsnijder
Aangezien het verder gebruiken van een versleten boor
of schroefdraadsnijder het bedrijsvermogen vermindert
en eventueel een overbelasting van de motor kan
veroorzaken, moet de boor of schroefdraadsnijder
meteen vervangen of geslepen worden, wanneer een
bovenmatige slijtage worden, wanneer een bovenmatige
slijtage wordt vastgesteld.
3. Onderhoud van de motor
De motorvikkeling is het "hart" van het electrische
gereedschap. Er moet daarom bijzonder zorgvuldig op
gelet worden, dat de wikkeling niet beschadigd en/of met
olie of water bevochigd wordt.
4. Inspectie van de koolborstels
Bij de motor zijn koolborstels gebruikt, die onderhevig
zijn aan slijtage. Buitengewoon versleten koolborstels
leiden tot problemen bij de motor. Dientengevolge dienen
de koolborstels vervangen te worden met borstels die
hetzelfde nummer. Bovendien moeten de koolborstels
altijd schoon zijn en zich in vrij de borstelhouders
bewegen kunnen.
Nederlands
27