Control stages (Bedieningsfasen). Hiermee kunt u het element selecteren waarmee u uw
zone wilt laten klimatiseren.
•
Air (Lucht). Alleen de luchtfase werkt.
•
Radiant (Straling). Alleen de stralingsfase werkt.
•
Combined (Gecombineerd). Het systeem combineert het gebruik van lucht- en
stralingsfasen om snel en efficiënt de comforttemperatuur te bereiken. Dit is de
standaardinstelling.
Adjust slats (Lamellen afstellen). Met deze optie kunt u de hellingsgraad van de
horizontale en verticale lamellen instellen voor installaties die met deze optie zijn uitgerust.
Q-Adapt. Hiermee kunt u het algoritme voor de controle van het debiet selecteren dat het
beste past bij uw installatie. De beschikbare opties zijn:
•
Maximum: het systeem werkt op maximale snelheid, ongeacht het aantal zones.
•
Power (Vermogen): het systeem werkt op hogere snelheid dan in Standard (Standaard)
om het debiet te verhogen.
•
Standard (Standaard): het systeem wijzigt de snelheid naargelang het aantal zones.
•
Silence (Stil): het systeem werkt met een lagere snelheid dan in Standard (Standaard)
om het geluidsniveau te dempen.
•
Minimum: het systeem werkt op minimale snelheid, ongeacht het aantal zones.
NL
Opmerking: Als u een gateway 0-10 V hebt, houdt het algoritme bovendien ook rekening
met de minimale en maximale spanningswaarden die door uw installateur in dit menu zijn
ingesteld.
8