U kunt als volgt zoomen en scherpstellen met de camera:
1. Draai de duimschroef van de zoomring los.
2. Draai de zoomring om de gewenste zoom in te stellen.
3. Draai de duimschroef van de zoomring vast.
4. Draai de duimschroef van de focusring los.
5. Draai de focusring om de gewenste focus in te stellen.
6. Draai de duimschroef van de focusring aan.
Een analoge monitor aansluiten om camerafuncties in te
stellen
Sluit een standaard videomonitor aan op het systeem om de kwaliteit
van het videobeeld aan te passen met de DIP-schakelaars. De DIP-
schakelaars kunnen ook worden aangepast wanneer er een verbinding
is met het IP-systeem.
Een videomonitor aansluiten:
1. Steek de monitoruitgangskabel in de
videomonitoruitgangsconnector (zie Afbeelding 1 op pagina 71).
2. Sluit de BNC-kabel aan op de videomonitor.
3. Stel de DIP-schakelaars in op de gewenste stand.
Camerafuncties instellen
U kunt maximaal zes camerafuncties instellen met de reeks DIP-
schakelaars aan de achterzijde van de camera. Afbeelding 5 op
pagina 77 toont de indeling van de DIP-schakelaars.
Witbalans (WB)
White balance (Witbalans) vertelt de camera hoe de kleur wit eruit ziet.
Op basis van deze informatie geeft de camera vervolgens alle kleuren
correct weer.
Er zijn twee methoden om de witbalans te bepalen:
NL - 72
UVD-IP-EVRDNR(-P)-camera Gebruikershandleiding