Manier van gebruik
Om de oplader te gaan gebruiken, sluit u deze aan op de voedingsbron – b.v. smar-
tphone-wandoplader, met de USB-C-kabel. Na aansluiting is hij klaar voor gebruik.
Zorg ervoor dat uw telefoon de Qi-standaard ondersteunt en plaats deze in het
midden van het oplaadoppervlak, het opladen begint automatisch. Wanneer uw
apparaat volledig is opgeladen, haalt u het van de oplader en haalt u het uit het
stopcontact.
Veiligheid
• Lees en bewaar de handleiding voor toekomstig gebruik.
• Verwijder de kap van het apparaat niet. Er zijn geen onderdelen die door een ge-
bruiker kunnen worden gerepareerd. Eventuele reparaties moeten worden uitgevo-
erd door een gekwalificeerde onderhoudsmonteur.
• Verwijder bij gebruik van draadloos opladen alle soorten pads, hoezen en accesso-
ires, aangezien deze het oplaadproces kunnen onderbreken.
• Plaats geen metalen voorwerpen op de inductieve oplader, omdat dit kan leiden
tot beschadiging van het apparaat.
• Als u de oplader moet reinigen, zorg er dan voor dat deze niet is aangesloten op
de voeding
• Bescherm het apparaat tegen contact met water en vocht om elektrocutie te vo-
orkomen.
• Het is normaal dat de draadloze oplader warmer wordt tijdens het opladen. Dat
wil zeggen, het is geen apparaatfout. Afhankelijk van de oplaadomgeving of de to-
estand van het apparaat, kan de draadloze oplader of de smartphone warm worden
tijdens het opladen.
• Het apparaat genereert een sterk elektromagnetisch veld. Mensen met een pa-
cemaker moeten bijzonder voorzichtig zijn bij het gebruik van het product en de
instructies voor het gebruik van het medische apparaat volgen met betrekking tot
het gebruik van apparaten die een elektromagnetisch veld genereren.
Markeringen
Correcte verwijdering van gebruikte apparatuur
Het apparaat is gemarkeerd met een doorgekruiste vuilnisbak, in overeen-
stemming met de Europese richtlijn 2021/19/EU betreffende gebruikte
elektrische en elektronische apparatuur (Afgedankte elektrische en elek-
tronische apparatuur). Producten met dit symbool mogen na een perio-
de van gebruik niet worden weggegooid of met ander huishoudelijk afval worden
weggegooid.
De gebruiker is verplicht zich te ontdoen van gebruikte elektrische en elektronische
apparatuur door deze in te leveren bij een aangewezen recyclingpunt waar gevaar-
lijk afval wordt gerecycled. Het inzamelen van dit soort afval op aangewezen locaties
en het daadwerkelijke proces van hun terugwinning dragen bij aan de bescherming
van natuurlijke hulpbronnen.