Automatisch ontdooien
Bij lage kamertemperaturen kan zich tijdens
gebruik ijs op de verdamper vormen. Het apparaat
zal automatisch beginnen met ontdooien terwijl het
Aan/uit-indicatielampje blijft knipperen.
A. In koel- of ontvochtigingsmodus: Nadat
de compressor 20 minuten heeft gedraaid, begint
de spoeltemperatuursensor de temperatuur
te controleren. Wanneer de spoeltemperatuur
langer dan 3 minuten lager blijft dan -1°C, zal
de compressor stoppen. De ventilator draait
vervolgens op hoge snelheid en de Aan/uit-indicator
zal knipperen. Wanneer de spoeltemperatuur stijgt
tot 7°C, begint de compressor weer te draaien in
de koel- of ontvochtigingsmodus.
B. In verwarmings- of onvochtigingsmodus:
Nadat de compressor 20 minuten heeft gedraaid,
begint de spoeltemperatuursensor de temperatuur
te controleren. Wanneer de spoeltemperatuur
lager is dan 40°C en de omgevingstemperatuur
van de spoel ≤19°C, en beide temperaturen
houden langer dan 3 minuten aan, zal zowel de
compressor als de ventilator stoppen met draaien.
De compressor begint na 1 minuut weer te draaien
om automatisch te ontdooien. Het apparaat zal het
ontdooiprogramma na 5 minuten afsluiten. De Aan/
uit-indicator blijft tijdens het ontdooien knipperen.
Waterafvoer
Handmatig aftappen
Wanneer de watertank onderin het apparaat vol is,
toont de display de foutcode " ". Het apparaat zal
gedurende 10 seconden een zoemer laten klinken
en vervolgens stoppen met werken.
1. Schakel het apparaat uit en koppel vervolgens
los van de stroomvoorziening.
2. Plaats een geschikte watercontainer onder het
onderste afvoergat.
3. Verwijder de afvoerplug en laat het afvalwater
in de container lopen. Steek de plug er daarna
weer in.
4. Het apparaat is nu weer klaar voor gebruik.
GE959_ML_A5_v1_20230104.indb 19
GE959_ML_A5_v1_20230104.indb 19
Onafgebroken afvoer
Het zelfverdampingssysteem gebruikt het
verzamelde water om de condensatorspoelen
te koelen voor een betere prestatie. Het is dus
niet nodig om de afvoertank te legen wanneer
het apparaat wordt gebruikt in de koelmodus,
echter wel in de ontvochtigingsmodus en wanneer
gebruikt bij een erg hoge luchtvochtigheidsgraad.
Voor een onafgebroken werking of om het
apparaat onbeheerd te laten werken in de
ontvochtigingsmodus, moet de meegeleverde
afvoerslang op het apparaa worden aangesloten.
1. Schakel het apparaat uit en koppel deze los
van de stroomvoorziening.
2. Verwijder de plug van het bovenste afvoergat,
sluit de meegeleverde afvoerslang aan en
zorg er hierbij voor dat de slang niet wordt
verbogen en vrij is van obstructies.
3. Plaats het andere uiteinde van de afvoerslang
over een afvoerleiding of een opvangbak die
geschikt is voor het opvangen van afvalwater.
Afvoerslang
Opgelet:
•
Dompel het uiteinde van de slang niet onder in
water, aangezien dit een "Luchtbel" in de slang
kan veroorzaken.
•
Wegens de onderdruk van de
condensopvangbak, kunt u de afvoerslang
omlaag kantelen richting de vloer. Het wordt
aanbevolen om een hoek van ten minste
20 graden aan te houden.
•
Zorg ervoor dat de slang recht zit om
beknelling in de slang te voorkomen.
Reiniging, zorg &
onderhoud
Schakel het apparaat uit en trek de stekker
•
uit het stopcontact voordat u deze reinigt.
•
Maak het buitenoppervlak schoon met een
vochtige doek. Veeg altijd droog na het
schoonmaken.
•
Laat GEEN vloeistof binnenin het apparaat
terechtkomen via de luchtinlaten-/uitlaten.
•
Maak alle luchtinlaten-/uitlaten schoon met een
zacht borsteltje.
NL
19
2023/1/4 17:37:23
2023/1/4 17:37:23