3. Verleng de raamset indien nodig en sluit de
uitlaatslang vervolgens aan op de raamset.
4. Sluit het raam om de set op zijn plek vast
te zetten. Zet de raamset indien nodig vast
met ducttape. Het wordt aanbevolen om de
opening tussen de adapter en de zijkanten van
het raam af te dichten voor optimale efficiëntie.
5. Bevestig de slangconnector aan de
afvoerluchtuitlaat van het apparaat.
GE959_ML_A5_v1_20230104.indb 17
GE959_ML_A5_v1_20230104.indb 17
6. Pas de lengte van de flexibele afvoerslang aan en
zorg er hierbij voor de slang niet te verbuigen.
7. Verstel de lamellen van de luchtuitgang.
Bediening
Tip: Tenzij anders staat aangegeven, zijn
alle knoppen of indicatoren waarnaar in
dit hoofdstuk wordt verwezen, die op het
bedieningspaneel.
In-/uitschakelen
1. Sluit het apparaat aan op het stroomnet.
Het apparaat zal op stand-by schakelen.
2. Inschakelen: Druk op de toets
Aan/uit. Het apparaat begint standaard in de
Ventilatormodus te werken.
3. Druk meerdere keren op de selectietoets Modus
om de gewenste gebruiksmodus te kiezen.
4. Uitschakelen: Druk na gebruik op de toets
Aan/uit om het apparaat uit te schakelen. Het
apparaat zal weer op stand-by schakelen.
Koelmodus
Selecteer deze modus om de temperatuur in uw
kamer te verlagen.
1. Druk op de toets Modus totdat de
modusindicator Koelen oplicht.
2. Druk op de omhoog-/omlaagtoetsen om de
gewenste temperatuur in te stellen.
3. Druk meerdere keren op de Snelheidstoets om
de gewenste ventilatortoeren te selecteren.
4. Druk indien gewenst op de toets Oscilleren om
de oscillatiefunctie te activeren.
Opmerking: Het apparaat zal stoppen zodra
de kamertemperatuur lager is dan de ingestelde
temperatuur.
NL
17
2023/1/4 17:37:23
2023/1/4 17:37:23