NEDERLANDS
7�8 ELEKTRISCHE AANSLUITING
De stekker van de voedingskabel mag pas worden
aangesloten nadat de installatie is voltooid en het apparaat
is gemonteerd en moet ook na de installatie toegankelijk
blijven.
Om de elektrische aansluiting uit te voeren, gaat u als
volgt te werk:
• Sluit de voedingskabel eerst op de stekker aan de
achterkant van de kachel aan en daarna op een
wandstopcontact.
• Voorzie de kachel van stroom door de schakelaar in
stand (I) te brengen
Wanneer de kachel niet wordt gebruikt, wordt geadviseerd
om de voedingskabel los te koppelen�
Let op dat de voedingskabel (en eventuele andere kabels
buiten het apparaat) niet met warme oppervlakken in
aanraking komen�
Zorg ervoor dat de elektrische installatie is uitgerust met
aarding�
Voor een directe verbinding op het elektriciteitsnet
moet een inrichting worden aangelegd die de
afkoppeling van het elektriciteitsnet verzekert, met
een openingsafstand van de contacten die in de
omstandigheden van overspanningscategorie III de
volledige ontkoppeling mogelijk maakt, overeenkomstig
de installatievoorschriften�
Aanbevolen wordt aan het bevoegde personeel om de
elektrische aansluitingen heel goed te controleren na elke
op het product ingevoerde ingreep�
Als de voedingskabel beschadigd is, moet deze worden
vervangen door de fabrikant of door het technisch
servicecentrum of in elk geval door iemand met een
gelijkwaardige kwalificatie, teneinde elk risico te
voorkomen�
7�9 KANALISATIE
Houd u aan de geldende normen en wetten van de regio
waar het product wordt geïnstalleerd�
Deze functie moet worden geactiveerd door een
gekwalificeerde technicus�
Sluit een buis met een diameter van 80 mm aan op
de uitgang van de kachel van de kanalisatie voor het
verwarmen van een andere.
kamer van de woning. Het kanaal moet van geschikt
formaat zijn (lengte en vorm) waarbij rekening moet
worden gehouden met de resterende opvoerhoogte van
de kanalisatieventilator zoals hier vermeld.
124
Schakelaar
Voedingsstekker
Zekering
Afb. 7.1
160
140
120
100
80
60
40
20
0
0
20
40
60
Gebruik een buis en pakkingen die bestand zijn
tegen hoge temperaturen (die ook 200 °C kunnen
bereiken): geadviseerd wordt om metalen buizen en
silicoonpakkingen te gebruiken�
De kanalisatiebuis kan zeer hoge temperaturen bereiken:
het is daarom noodzakelijk om deze goed te isoleren
met geschikt materiaal, op die punten waar de buis in
contact kan komen met ontvlambare of warmtegevoelige
oppervlakken en om mensen en dieren tegen mogelijke
brandwonden te beschermen�
Indien een stijve buis wordt gebruikt voor het doorvoeren,
wordt aanbevolen bochten van 45° te gebruiken�
Bij het passeren door wanden die gemaakt zijn van
ontvlambare materialen is het verplicht om deze
materialen te beschermen met isolatiemateriaal of
passende voorzorgsmaatregelen te nemen.
Geadviseerd wordt om de kanalisatiebuis over de gehele
lengte te isoleren om warmteverliezen te voorkomen.
Het is verplicht om de kachel op het kanalisatiekanaal van
de woning aan te sluiten alvorens hem in te schakelen�
Zorg ervoor dat het niet mogelijk is om de ventilatorbladen
aan te raken, door de gepaste veiligheidsmaatregelen te
treffen (bijv: rooster luchtopening kanalisatie of buis
langer dan 620 mm)�
De kanalisatie onttrekt veel lucht aan de ruimte waar
de kachel is geïnstalleerd doordat die naar de andere te
verwarmen ruimte gaat. Om deze reden is het raadzaam
om de recirculatie van de lucht te garanderen tussen
de kamer waar de kachel is geïnstalleerd en de door de
kanalisatie verwarmde omgeving. Op deze manier wordt
de verwarming van de kamers geoptimaliseerd doordat de
trek van koude lucht van buiten en de warmteverliezen
worden vermeden.
Aanbevolen wordt het specifieke hoofdstuk met
betrekking tot de instellingen van de kanalisatie te
raadplegen.
7�10 KEURING EN INWERKINGSTELLING
De inwerkingstelling van de kachel moet vooraf gegaan
worden door de keuring die een test van de werking van
de volgende elementen voorziet:
• aansluiting op het systeem voor de afvoer van
rookgassen;
• elektrische aansluitingen;
• werking van de eventuele aangesloten externe sondes;
• controle dat alle materialen voor de bouw van het
rookkanaal, het rookafvoerkanaal en de schoorsteenpot
aan de normen voldoen en geschikt zijn voor het
gebruik.
De keuring is pas positief wanneer alle werkingsfasen zijn
uitgevoerd zonder dat er afwijkingen zijn waargenomen.
80
100
120
140
Q / (m
3
/h)
160