Configuratie ingang
De audio- en video-instellingen op deze pagina van het
set-up-menu kunnen één-voor-één en specifiek aan de
gekozen ingang worden aangepast.
De instellingen van de gekozen ingang worden daaronder
weergegeven als op de lijn ingang een andere ingang wordt
gekozen. Deze instellingen worden uitsluitend toegepast
op de genoemde ingang. Ze worden in het geheugen
opgeslagen en worden opgeroepen als het toestel wordt
aangezet of als de ingang wordt gekozen.
Ingang – De gekozen ingang waarbij de onderstaande
instellingen horen.
Naam – De naam van de ingang. U kunt de naam van
een ingang wijzigen en beter aan uw instelling aanpassen.
Bijvoorbeeld, u hebt twee satellietontvangers. U kunt
de primaire ontvanger aansluiten op de SAT audio- en
video-ingang connectoren en de naam wijzigen in 'SAT 1' .
Vervolgens kunt u de tweede satellietontvanger aansluiten
op de UHD audio- en video-ingang connectoren, en de
naam wijzigen van UHD in 'SAT 2' . Zo is het voor de gebruikers
van uw ontvanger duidelijker welke ingangen ze kiezen.
Lip Sync – Elke ingang kan zijn eigen instellingen hebben die
een vertraging toepassen tussen de audio- en videosignalen
zodat beeld en geluid zijn gesynchroniseerd. Dit is vereist
als beeldverwerking nodig is voor het downscalen of video
de-interlacen. De lip synchronisatie kan worden ingesteld op
een waarde van 0 tot 250 milliseconden.
De lip synchronisatie kan uitsluitend worden gecorrigeerd
voor vertraagd beeld. Stel de lip synchronisatie in op een
minimum als het geluid later aankomt.
Modus – Stelt de initiële audio decoderingsmodus in voor
de stereo bronnen die op deze ingang zijn aangesloten.
Laatste modus roept de laatst instelling van deze
ingang op die voor een stereo bron werd gebruikt. Zie
"Tweekanaals bronmodi" op pagina NL-35 voor meer
informatie.
MCH Modus – Stelt de aanvankelijke audiodecoderingsmodus
in voor de multikanaals digitale bronnen die op deze ingang
zijn aangesloten.
Laatste modus roept de laatst instelling van deze
ingang op die voor een stereo bron werd gebruikt. Zie
"Meerkanaals bronmodi" op pagina NL-35 voor meer
informatie.
Lage tonen –
Hoge tonen –
Hiermee kunt u van elke afzonderlijke uitgang de lage
en hoge tonen van de actieve luidsprekers regelen.
Bijvoorbeeld, de lage tonen van uw PVR-bron zijn te licht.
U kunt dit altijd corrigeren door PVR te selecteren op de
lijn ingang bovenaan in dit menu en 2 of 3dB aan de lage
tonen toevoegen. De lage tonen zullen automatisch worden
versterkt als u de PVR-ingang selecteert, zo lang u voor deze
ingang kiest.
Kamer-EQ – Wanneer de Dirac Live-basbeheer-applicatie
is opgestart en de EQ-filters in een van de drie beschikbare
sleuven zijn gedownload, kan dit worden geselecteerd.
Niet berekend: (Alleen informatie) Er zijn geen EQ-filters
en kan dus niet worden geselecteerd.
Projectnaam: Dirac Live Kamer EQ wordt toegepast
op de huidige bron en zal de naam van het project
weergeven via de Dirac Live-applicatie.
Uit: Dirac Live Kamer EQ wordt niet toegepast op de
huidige bron.
Ingangafstelling – Regelt het maximum niveau van
het analogische ingangssignaal (gevoeligheid) op deze
ingang voor de ADC (Analogue-to-Digital converter)
éénkanaalsklemmen. U kunt kiezen voor 1, 2 en 4 maal RMS
maximum ingang. De standaard instelling is maximum 2 V
RMS.
Bijvoorbeeld,
analogische
bronnen
met
een
uitgangsniveau kunnen baat vinden van de instelling
maximum 1 V. Deze instelling maximaliseert de signaal-ruis
prestatie van de ontvanger en houdt bovendien het geluid
van de verschillende analogische bronnen op hetzelfde
niveau voor elke volumeregeling van de ontvanger.
Dolby volume – Dolby volume is een intelligent systeem
dat de waargenomen audio frequentieresponsie op lage
luisterniveaus houdt en volumeschommelingen tussen
de bronnen (bijv. een rock radiostation en een BD) en
tussen programma's (bijv. een televisieshow en reclame)
corrigeert.
Aan: Dolby volume wordt op deze ingang toegepast.
Uit: (standaard) Dolby volume wordt op deze ingang
toegepast.
Dolby leveller – Deze instelling van Dolby volume bepaalt in
hoeverre zachte en harde bronnen en programma-inhoud
op elkaar zijn afgestemd naargelang de waarneming door
het oor. U kunt een waarde instellen van 0 (minimum)
tot 10 (maximum). De standaard instelling is 2. We raden
u echter aan om hogere waarden uit te proberen als
uw bronmateriaal slecht is aangepast. Als de volume
egalisatiefunctie is gedeactiveerd, zullen de bronnen en
het programmamateriaal niet op elkaar worden afgestemd.
Houd er rekening mee dat het 'Uit' van de Dolby egalisatie
of Dolby volume niet hetzelfde is als het deactiveren van
de complete Dolby volume functie 'Uit' aangezien de
aanverwante frequentieresponsie verwerking nog altijd
geactiveerd is.
DV kalibratie offset – De Dolby volume kalibratie offset
parameter maakt het mogelijk om de efficiëntie van
de luidspreker en de luisterpositie te compenseren. De
standaardwaarde is 0. Doorgaans levert deze instelling een
goed resultaat op als de ontvanger-luidsprekerniveaus zijn
ingesteld met behulp van een SPL-meter.
Stereo Modus – Als u een subwoofer in uw systeem hebt, kunt
u kiezen op welke manier de basinformatie wordt verdeeld
over de luidsprekers links-/rechtsvoor en de subwoofer bij
het luisteren naar analogische en digitale stereo (uitsluitend
twee kanalen) bronnen. Kies de optie die u de meest solide
en evenwichtig klikkende lage tonen biedt. Zie tevens sub
stereo hieronder voor het instellen van het niveau van de
subwoofer als u voor stereo een subwoofer gebruikt. Test
laag
voor de beste resultaten met een installatieschijf, tenzij
Dirac EQ actief is op de ingang. Deze instelling kunt u
gebruiken om de normale luidsprekerinstellingen in het
menu Luidspreker typen te omzeilen als de ontvanger stereo
materiaal afspeelt. Het is vrij normaal dat sommigen vinden
dat het luisteren naar tweekanaals stereo muziek het beste
kan met een iets andere sub-/luidsprekerinstelling dan voor
surround-films.
Als luidsprekertypes: Bij het afspelen van een
analogische of digitale stereo bron wordt de normale
luidsprekerconfiguratie (zie het menu luidspreker
typen) gebruikt voor de weergave van het signaal.
Links/Rechts: Deze instelling biedt een 2-kanaals signaal
met volledig bereik. Alle audio wordt uitsluitend naar
de luidsprekers links- en rechtsvoor gezonden, zonder
dat de bassen worden omgeleid. U kunt deze instelling
gebruiken als u van mening bent dat uw luidsprekers
NL-31
links- en rechtsvoor het volle frequentiebereik van
muziek kunnen verwerken. Als u op de luidspreker
typen set-up-pagina uw luidsprekers links- en rechtsvoor
hebt ingesteld als klein, kunt u er met deze optie voor
kiezen om de instelling op groot te forceren voor het
luisteren naar stereo muziek als uw luidsprekers links- en
rechtsvoor het volle frequentiebereik aankunnen. Het is
vaak nuttig om op de luidspreker typen set-up-pagina
luidsprekers met een vol frequentiebereik in te stellen als
klein als uw systeem een subwoofer bevat. Hierdoor krijgt
filmmuziek meer impact aangezien subwoofers speciaal
zijn ontwikkeld voor de weergave van hoge bassen.
Sommige luisteraars zullen echter merken dat voor stereo
muziek een beter algemeen resultaat wordt verkregen
door de subwoofer niet te gebruiken en de luidsprekers
linksvoor/rechtsvoor effectief als Groot te beschouwen.
Links/Rechts+Sub: Vol frequentiebereik stereo wordt
gezonden naar de luidsprekers links- en rechtsvoor en
de weggefilterde lage tonen worden naar de subwoofer
gestuurd. In dit geval wordt de laagfrequente informatie
effectief gedupliceerd, wat kan leiden tot onvoorspelbare
en gekleurde reproductie van lage frequenties. Deze
instelling wordt niet aanbevolen voor een nauwkeurige
geluidsweergave.
Sat+Sub: Gebruik deze instelling als u kleine
satellietluidsprekers links- en rechtsvoor hebt, of als u
alle lage tonen door de subwoofer wilt laten verwerken.
Het volle beheer van de lage tonen wordt zo gebruikt
dat de analogische en digitale geluidsbronnen naar
de DSP worden gezonden, waarbij lage tonen uit de
luidsprekers links- en rechtsvoor worden gefilterd en naar
de subwoofer worden gestuurd.
OPMERKING: De functie stereo modus is niet mogelijk als
u een analogische bron in de modus stereo direct gebruikt.
Sub-stereo – Als Links/Rechts+Sub of Sat+Sub in
Stereomodus hierboven wordt geselecteerd, dan past deze
instelling het niveau van de subwoofer aan wanneer de bron
twee-kanaals stereo levert.
IMAX Modus – Selecteert of IMAX Modus is ingeschakeld
vanaf de inkomende audiostream (auto) of geforceerd aan
of uit is.
Auro-matic 3D – Selecteert de modus van de Auro-matic
3D-upmixer.
NL