Watertoevoer
Het water wordt door een vlotterschakelaar naar de
zuigkant van de pomp gebracht. Het waterniveau in het
vlotterreservoir wordt constant gehouden door de vlot-
terklep. Bij het falen van de vlotterklep vloeit het water
via de overloop weg. Bij een gestoorde watertoevoer
geeft de watertekortbeveiliging een foutmelding af aan
de besturing.
Pompen
De elektrische motor drijft de krukaspomp aan. De
pomp transporteert het water onder hoge druk naar de
drukzijde.
Hogedrukzijde
Het hogedrukwater komt via het overstroomventiel en
de druksensor naar de hogedrukuitgang. Vervolgens
volgt het hogedruknet van de exploitant.
Drukregeling
Ongebruikt water wordt door het overstroomventiel te-
ruggeleid naar het vlotterreservoir. Indien alle verbrui-
kers uitgezet zijn, schakelt het overstroomventiel volle-
dig op terugstroming naar het vlotterreservoir. Indien de
druk aan de uitgang ondanks het overstroomventiel de
maximale bedrijfsdruk overschrijdt, gaan de veiligheids-
kleppen open.
Besturing
–
Met de ontgrendelingsknop wordt de bedrijfsklaar-
heid van het apparaat tot stand gebracht. Indien de
druk in het systeem door het openen van een hand-
spuitpistool onder het vastgelegde inschakelpunt
daalt, worden de hogedrukpompen ingeschakeld.
–
Indien de debietschakelaar aan het overstroom-
ventiel bij draaiende hogedrukpompen na het slui-
ten van alle handspuitpistolen in werking treedt,
worden de pompen opnieuw uitgeschakeld met
een variabel instelbare vertraging van 30 secon-
den.
–
Wanneer de installatie bedrijfsklaar is en de hoge-
drukpompen niet in bedrijf zijn, wordt een timer ge-
start die de bedrijfsklaarheid van de installatie na 6
uren reset.
Veiligheidsinrichtingen
Veiligheidsinrichtingen dienen voor de bescherming
van de gebruiker en mogen niet buiten werking gezet of
in hun functie omzeild worden.
Watertekortbeveiliging vlotterhouder
De watertekortbeveiliging voorkomt dat de hogedruk-
pompen bij een tekort aan water inschakelen.
Temperatuursensor
De temperatuursensor schakelt het apparaat uit indien
een te hoge temperatuur bereikt wordt.
Spoelbeschermcontact
Het spoelbeschermcontact in de motorspoel van de
pompaandrijving schakelt de motor uit bij een thermi-
sche overbelasting.
Veiligheidsklep
–
De veiligheidsklep gaat open als de overstroom-
klep defect is.
–
De veiligheidsklep is in de fabriek ingesteld en ver-
zegeld. Instelling uitsluitend door de klantendienst.
Overstroomventiel met debietschakelaar
–
Wanneer alle handspuitpistolen gesloten worden,
gaat het overstroomventiel open en stroomt de vol-
ledige waterhoeveelheid terug naar het vlotterre-
servoir. De hogedrukpompen worden via de de-
bietschakelaar uitgeschakeld na de ingestelde ver-
tragingstijd.
–
De ongebruikte hoeveelheid water vloeit via het
overstroomventiel terug in het vlotterreservoir.
Druksensor voor hogedruk
Als het handspuitpistool opnieuw geopend wordt, wor-
den de hogedrukpompen via de druksensor voor hoge
druk opnieuw in gang gezet.
3
-
NL
53