Gebruik
NL
RUN TIME: hoeveel moet er gesproeid worden
Elke magneetklep (LIJN) kan met een eigen besproeiingsduur (RUN TIME)
worden ingesteld uitgedrukt in minuten.
De som van de Run Times van de ingeschakelde lijnen bepaalt een BESPROEI-
INGSCYCLUS.
Als de RF-unit meerdere lijnen voorziet: de opening van de magneetkleppen
tijdens een besproeiingscyclus vindt achtereenvolgend plaats (bijv. van lijn 1
tot lijn 4).
RUN TIME
RUN TIME
Als een besproeiingscyclus geen gebruik maakt van een bepaalde
lijn, is het voldoende om de besproeiingsduur van die lijn op OFF in
te stellen.
306
Besproeiingsprogramma A
GEPROG. BESPROEIINGSCYCLUS A
Run
time 1
5
1
LIJNEN
60
Run
time 1
GEPROG. BESPROEIINGSCYCLUS B
Besproeiingsprogramma B
Run
Run
time 2
time 3
10
5
2
3
40 OFF 25
Run
Run
time 2
time 3
Run
time 4
15
4
Run
time 4