14.
Le fabricant décline toute responsabilité en cas de dommages corporels et/ou matériels par suite d'une erreur de montage ou
d'utilisation.
15.
L'équipement ne doit faire l'objet d'aucune modification.
16.
Si la voiture est équipée d'un système d'ouverture automatique du coffre, il convient de le mettre hors service ou de n'ouvrir le coffre
que manuellement lorsque le porte-vélos est en place.
17.
Sur les modèles de véhicules dont l'homologation de type est postérieure au 01.10.1998, le porte-vélos ou le chargement transporté
ne doit pas masquer le troisième feu stop.
18.
Les gaz d'échappement du véhicule étant chauds, ne disposez jamais dans le prolongement du pot d'échappement ni les pneus, ni
les sangles d'accrochage du porte-vélos.
19.
Le basculement du porte-vélos est prévu pour la plupart des véhicules, il est cependant possible que le hayon ne puisse pas être
ouvert malgré ce basculement.
ENTRETIEN DU PORTE-VÉLOS :
- Ne pas utiliser de produits chimiques ou agressifs pour nettoyer le porte-vélos.
- Remplacez immédiatement toute pièce défectueuse par une pièce identique et ne pas utiliser le porte-vélos avant une réparation
complète.
- Retirez le porte-vélos du véhicule dans les stations de lavage.
- Rangez votre porte-vélos soigneusement avec la notice de montage après chaque utilisation.
- Nettoyer le porte vélo après chaque usage, avec une attention particulière sur les parties coulissantes.
NL
De waarschuwingsnota en de handleiding moeten uitdrukkelijk worden gelezen, en tot in de kleinste details worden gerespecteerd
alvorens de fietsendrager te gebruiken.
Deze moet bewaard worden voor toekomstig gebruik en voor een veilig gebruik.
Het niet respecteren van de waarschuwingen, montage of onderhoud instructies zal leiden tot een weigering van de garantie.
Het multi-modale platform dat u zopas hebt aangekocht is bestemd voor gebruik met andere niet meegeleverde Norauto modulaire kits
zoals :
De opvouwbare stijve kofferkit (zie einde van de handleiding)
De adapter 3 fietsen (zie einde van de handleiding)
Het is niet aan te raden het multi-modale platform op zich te gebruiken (zonder toevoeging van een kit).
Let op : De niet-naleving van de montagehandleiding kan grote schade aan uw voertuig veroorzaken, uw veiligheid en deze van anderen
in gevaar brengen. De fabrikant wijst dan elke aansprakelijkheid van de hand.
INFORMATIONS SUR LA SÉCURITÉ ROUTIÈRE :
- Ongeacht het land waar u uw fietsendrager gebruikt moet u steeds het plaatselijke verkeersreglement naleven. Rijd nooit met de
fietsendrager zonder fietsen.
- Nummerplaat en signalisatielichten moeten verplicht leesbaar zijn. Opletten dat de lading van uw fietsendrager deze niet afdekt, indien
nodig een extra nummerplaat en extra lichten aanbrengen.
- Rijd nooit buiten de verharde wegen, terwijl de fietsen zich op de fietsdrager bevindt.
- Tijdens het transport is het aan te raden regelmatig de aanspanning van de fietsendrager en van de fietsen na te gaan.
- Pas uw snelheid aan in functie van het gewicht dat u meedraagt en rij nooit sneller dan de maximale toegelaten 130km/u
VERMIJD :
- Slechte wegen, bruuske acceleraties, bruuske remmanoeuvres, slechte vastriemingen.
WE RADEN U AAN VAN :
- Sterk te vertragen voor verkeersdrempels of elk ander obstakel.
- Steeds een soepele en anticiperende rijstijl toe te passen en uw snelheid in de bochten te beperken.
CONTROLES VOOR EN TIJDENS HET TRAJECT :
1
De bestuurder van het voertuig is zelf verantwoordelijk voor de goede staat en de correcte bevestiging van de fietsendrager.
2.
Voor een totale veiligheid moet de fietsendrager worden geassembleerd en aangebracht met strikte naleving van de
montagerichtlijnen.
3.
Voor het vertrek is het aan te raden de werking van het verlichtingssysteem te controleren.
4.
Geen enkel voorwerp dat kan loskomen mag op de fietsen worden achtergelaten tijdens de rit.
5.
Haal zoveel mogelijk van de fiets (accessoires, drankbussen, etc...).
6.
De aanspanning van de riemen en andere bevestigingsinrichtingen controleren, deze in voorkomend geval opnieuw aanspannen.
7.
Er over waken de fietsen goed vast te riemen op de fietsendrager met in perfecte staat verkerende riemen.
8.
De fietsendrager maakt het voertuig langer en de fietsen kunnen van hun kant de breedte en hoogte van het geheel wijzigen.
Opgelet bij achteruit rijden.
9.
Vervang onmiddellijk de beschadigde of versleten elementen.
10.
De fietsendrager moet steeds worden vergrendeld tijdens de rit.
11.
Het gedrag van het voertuig kan veranderen in de bochten en bij het remmen als de lading is aangebracht. De snelheidsbeperkingen
en andere geldende verkeersregels moeten natuurlijk worden nageleefd.
12.
De snelheid van het voertuig moet overigens worden aangepast aan de omstandigheden rekening houdend met de
veiligheidsverplichtingen die met het vervoer van fietsen gepaard gaan.
13.
Het transport van tandems is verboden.
14.
De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid van de hand in geval van lichamelijke en/of materiële schade in gevolge een montage- of
gebruiksfout.
15.
De uitrusting mag geen enkele aanpassing hebben ondergaan.
16.
Als het voertuig is uitgerust met een automatisch kofferopeningssysteem, is het aan te raden dit buiten dienst te stellen of de koffer
alleen handmatig te openen als de fietsendrager is aangebracht.
HANDLEIDING
3