Vuilwaterreservoir uit het apparaat ne-
men en leegmaken.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Apparaat aan de buitenkant reinigen.
Discontinu bedrijf
Reinigingsmiddelreservoir ledigen.
Schakelaar spuiten en schakelaar zui-
gen uitschakelen.
Hendel aan de elleboog kort bedienen
om de druk te doen afnemen.
Elleboog van de spuit-/zuigslang scheiden.
Afbeelding
Zuigslang in het reinigingsmiddelreser-
voir hangen.
Schakelaar zuigen indrukken om de
zuigturbine in te schakelen.
Reinigingsmiddelreservoir leegzuigen
en apparaat uitschakelen.
Vuilwaterreservoir uit het apparaat ne-
men en leegmaken.
Apparaat reinigen
Elleboog (met zuigbuis en zuigkop) ver-
binden met de zuigslang
Koppeling van de spuitslang met de el-
leboog verbinden en laten vastklikken.
Ongeveer 5 liter leidingwater in het rei-
nigingsmiddelreservoir vullen.
Geen reinigingsmiddel toevoegen.
Schakelaar spuiten indrukken om de
reinigingsmiddelpomp in te schakelen.
Hendel aan de elleboog bedienen en
apparaat 1 tot 2 minuten uitspoelen.
Apparaat uitschakelen.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Apparaat aan de buitenkant reinigen.
Vervoer
Voorzichtig
Gevaar voor letsels en beschadigingen!
Houd bij het transport rekening met het ge-
wicht van het apparaat.
Bij het transport in voertuigen moet het
apparaat conform de geldige richtlijnen
beveiligd worden tegen verschuiven en
kantelen.
All manuals and user guides at all-guides.com
Voorzichtig
Gevaar voor letsel en beschadiging! Het
gewicht van het apparaat bij opbergen in
acht nemen.
Het apparaat mag alleen binnen worden
opgeborgen.
Verwondingsgevaar door elektrische
schok.
Bij alle werkzaamheden aan het apparaat,
het apparaat uitschakelen en de netstekker
uittrekken.
Stroomkabel, verlengingskabel en slan-
Ter preventie van onaangename geu-
Deksel verwijderen.
Vlotter losschroeven.
Pluizenzeef reinigen.
Zeef in de vlotterkast reinigen en geïn-
Zeef in het reinigingsmiddelreservoir reini-
Wartelmoer losschroeven.
Sproeiermond reinigen.
– 5
NL
Opslag
Onderhoud
Gevaar
gen voor elke inbedrijfstelling controle-
ren op beschadiging.
ren al het water voor een langdurige
stilstand uit het apparaat verwijderen.
Pluizenzeef reinigen
Zeef in de vlotterkast reinigen
tegreerd ventiel bedienen.
Zeef in het
reinigingsmiddelreservoir reinigen
gen en geïntegreerd ventiel bedienen.
Sproeikoppen reinigen
41