3.6. AFSTELLEN VAN DE MECHANISCHE AANSLAGEN
In het onderste deel van de staander zitten twee mechanische
aanslagen Fig. 21 ref.
en
Handel als volgt om de positie van de aanslagen af te stellen:
1. Zet de arm met de hand in de gesloten stand.
2. Draai de bevestigingsmoeren los, fi g. 21 ref
3. Draai aan de schroefkop tot de arm horizontaal staat.
4. Draai de bevestigingsmoer vast.
5. Zet de arm verticaal en doe hetzelfde bij de andere mechanische
aanslag.
Wij raden aan de mechanische aanslagen regelmatig te
smeren.
3.7. AFSTELLEN VAN DE EINDSCHAKELAARS
Het automatisch systeem heeft twee eindschakelaars om de stand
van de arm, open of gesloten, te bepalen, Fig. 22.
Het automatisch systeem wordt geleverd met de ein-
dschakelaars vooraf ingesteld op een installatie met
de slagboom links.
Handel als volgt om de nokken af te stellen:
1. Zet de arm met de hand in de gesloten stand.
2. Draai de nok, fi g. 22 ref.
3. Laat de nok iets verder gaan.
De eindschakelaar moet ingrijpen voor de mechanische
eindaanslag wordt bereikt.
4. Blokkeer de stand van de nok door de bijbehorende schroef
vast te draaien.
5. Zet de arm helemaal open.
6. Draai de nok, fi g. 22 ref.
ingrijpt.
7. Laat de nok iets verder gaan.
De eindschakelaar moet ingrijpen voor de mechanische
eindaanslag wordt bereikt.
8. Blokkeer de stand van de nok door de bijbehorende schroef
vast te draaien.
Als de slagboom rechts wordt geïnstalleerd,
moeten de draden van de eindschakelaar die op
de besturingseenheid zijn aangesloten worden
omgedraaid, zie gebruiksaanwijzing elektronische
apparatuur.
9. Zet het automatisch systeem weer vast zoals beschreven in
paragraaf 8.
4. INSTALLATIE VAN DE ACCESSOIRES (optional)
In de staander van het automatisch systeem zijn een aantal gaten
aangebracht om eventuele accessoires als fotocellen (Orion) en
een sleutelschakelaar (Quick) eenvoudiger te kunnen bevestigen.
In fi guur 23 zijn alle accessoires weergegeven die op de behuizing
van het automatisch systeem kunnen worden aangebracht.
Daarnaast kan er zowel aan de zijkanten van de staander als
over de hele lengte van de boom verlichting worden geïnstalleerd.
Om de afzonderlijke accessoires te bevestigen moeten
aanwijzingen in de bijbehorende gebruiksaanwijzing worden
opgevolgd.
5. ELEKTRICITEITSAANSLUITINGEN
Breng een alpolige schakelaar met een afstand tussen de
contacten van minstens 3 mm aan op het voedingsnet
van het automatische systeem. Het is raadzaam een
magnetothermische schakelaar van 6A met alpolige
onderbreking te gebruiken.
Controleer of er bovenstrooms van de installatie
een differentieelschakelaar aanwezig is met een
inschakellimiet van 0,03 A.
Na het mechanische deel van het automatisch systeem te hebben
gemonteerd en afgesteld, kunnen de elektriciteitsvoorziening en
alle geïnstalleerde accessoires worden aangesloten.
RAINBOW 324 C - RAINBOW 524 C - RAINBOW 724 C
.
.
, tot de eindschakelaar ingrijpt.
, tot u merkt dat de eindschakelaar
Om de elektriciteitskabel aan te sluiten moet het voorgedrukte gat
op de centrale aansluitdoos, fi g. 24 ref.
de bijgeleverde kabelklem M16x1.5 worden gemonteerd.
Binnenin de staander bevindt zich een kabelleiding.
De elektriciteitskabel moet door het speciaal daarvoor
bedoelde gat in de besturingseenheid worden gehaald.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de besturingseenheid
om de elektriciteitskabel en de geïnstalleerde accessoires
aan te sluiten.
De besturingseenheid is op een regelbare steun geplaatst, fi g. 25.
Hierdoor is het eenvoudiger de besturingseenheid te bekabelen
en te programmeren.
6. INBEDRIJFSTELLING
• Zet het deurtje weer zoals aangegeven in fi g. 26 en schakel de
voeding naar het systeem in.
• Controleer de status van de signaleringsleds op de besturingse-
enheid.
• Programmeer de besturingseenheid naar uw wensen.
• Controleer vervolgens of alle aangesloten accessoires goed
werken, en kijk daarbij men name de veiligheidsinrichtingen na.
• Sluit de houder van de besturingseenheid en zet hem horizontaal.
• Zet de bovenste bedekkingskap er weer op zoals aangegeven
in fi g. 27.
• Instrueer de eindgebruiker over de correcte werking van het
automatisch systeem.
• Toon hoe het automatisch systeem moet worden ontgrendeld
en vergrendeld.
• Geef het boekje 'Handleiding voor de gebruiker', dat midden uit
de handleiding kan worden losgehaald, en vul het bijgevoegde
onderhoudsregister in.
7. HANDBEDIENDE WERKING
Als de arm met de hand moet worden bewogen vanwege een
storing van het automatisch systeem of omdat de stroom is
uitgevallen, handel dan als volgt:
Schakel de spanning naar de installatie uit door op
de differentieelschakelaar stroomopwaarts van de
installatie te drukken.
• Steek de sleutel in de ontgrendeling en draai hem met de wijzers
van de klok mee tot hij niet verder kan, zoals aangegeven in
fi g. 28 ref.
.
• Draai de ontgrendeling met de wijzers van de klok mee tot zij
niet verder kan, fi g. 28 ref. .
• Beweeg de arm met de hand, fi g. 28 ref. c
8. HERSTEL NORMALE WERKING
Om te voorkomen dat het automatisch systeem
tijdens de manoeuvre per ongeluk door een impuls
in werking wordt gezet, moet alvorens de normale
werking te hervatten de voeding naar installatie wordt
uitgeschakeld door op de differentieelschakelaar te
drukken.
• Draai de ontgrendeling tegen de wijzers van de klok in tot zij niet
verder kan, Fig. 2 ref.
.
• Draai de sleutel tegen de wijzers van de klok in tot hij niet verder
kan, en trek hem eruit (fi g. 2 ref.
• Beweeg de arm met de hand tot hij niet verder kan, fi g. 2 ref.
• Schakel de spanning naar installatie weer in.
9. ONDERHOUD
Om een goede werking op de lange termijn en een constant
veiligheidsniveau te garanderen, moet ieder half jaar een algemene
controle op de installatie worden uitgevoerd, waarbij met name de
veiligheidsvoorzieningen moeten worden nagekeken. Het boekje
'Handleiding voor de gebruiker' bevat een voorgedrukt formulier
om ingrepen te registeren.
Page 29
Gids voor de installateur
, worden geopend, en
.
).
.