24. Ingebruikneming
Voor de eerste ingebruikneming van het
apparaat moeten het apparaat en alle
afzonderlijke onderdelen worden gereinigd
zoals beschreven in het hoofdstuk
"Reiniging en onderhoud" om eventuele
resten verpakkingsstof te verwijderen.
Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE
SCHOK!
Foutieve elektrische installatie of te hoge
netspanning kunnen elektrische schokken
veroorzaken!
Sluit het apparaat alleen aan op een
correct geïnstalleerd stopcontact.
24.1. Apparaat bedienen
Onjuist gebruik kan schade aan het
apparaat veroorzaken.
Apparaat inschakelen
1. Druk op de "ON/OFF" toets (h) om
de ventilator te starten (constante
ventilatie)
→ Het apparaat start automatisch en
er klinkt een signaal.
Selecteer het vermogensniveau "SPEED
2. Druk op de "SPEED" toets (e).
→ De snelheid 01 > 02 > 03 wordt
op het display weergegeven.
→ Na 3 seconden verschijnt de
omgevingstemperatuur op het
display.
Uitschakelen van het toestel
3. Druk nogmaals op de knop
"ON/OFF" (h).
→ Het apparaat is uit.
➢ Tijdens gebruik nooit de
ventilatieklep sluiten.
➢ Ventilatieopeningen aan
de boven- en achterkant
van het apparaat nooit
afdekken.
➢ Gebruik het apparaat niet
meer als de
kunststofcomponenten
van het apparaat barsten,
scheuren of vervorming
vertonen.
24.2. Bedrijfsmodi
MODE)
Gebruik de "MODE"-toets (f) om de
bedrijfsmodus te selecteren:
Natural
= Wisselende ventilatie-
intensiteit.
Sleep.
= afwisselend ventilatie
intensiteit met laag vermogen
Het betreffende controlelampje gaat
branden.
MODE
Druk op de MODE toets om de windmodus
in te stellen.
1. Druk op de MODE toets om de
windmodus in te stellen.
→ Het "SLEEP" indicatielampje licht
op.
2. Druk nogmaals op de MODE toets
om het toestel in de natur modus te
zetten.
→ Het indicatielampje "Natur" licht
op.
3. Druk nogmaals op de MODE toets
om het toestel op normaal
(ventilator) te zette
NL
Pagina | 37