5. Controleer de afstanden tussen de indi-
viduele verwarmingselement buizen en
buig ze indien nodig.
5 mm
6. SCHAKEL HET VERWARMINGSELEMENT
NIET IN ALS DEZE NIET VOLLEDIG IS
ONDERGEDOMPELD IN EEN VLOEISTOF
(geldt ook voor de eerste start)!
7. Zorg voor bescherming tegen overmatige
druk in de radiator (een luchtkussen, of
luchtbel in een enkel elektrische radia-
tor, of open één van de kranen van de
radiator wanneer deze is aangesloten op
de CV-installatie).
8. Vul de radiator niet met een vloeistof
met een temperatuur hoger dan 65°C.
9. Volg de volgende richtlijnen bij het
aansluiten van het apparaat op een
elektrische installatie:
a. Bruine draad — verbinding met de
fase draad(L).
b. Blauwe draad — verbinding met de
10. Controleer voordat u de radiator vult
11. De C.V.-installatie moet zijn uitgerust met
12. De temperatuur van het medium in de
2-3 mm
13. Gedetailleerde installatie-instructies staan
Opmerkingen bij demontage:
1. Koppel het apparaat los van het elektri-
2. Wees voorzichtig - een radiator met
3. Zorg er vóór demontage voor dat het water
neutrale draad (N).
c. Geel/groene draad — verbinding met
aarde (PE).
of de aansluitingen tussen het verwar-
mingselement en de radiator dicht zijn.
kleppen om de verwarming af te sluiten.
cv-installatie mag niet hoger zijn dan 82°C.
aan het einde van deze handleiding.
citeitsnet en zorg ervoor dat het verwar-
mingselement afgekoeld is voordat u het
demonteert.
een verwarmingselement gevuld met
vloeistof, kan erg zwaar zijn. Zorg voor
voldoende veiligheidsmaatregelen.
in de radiator en de installatie, geen schade
kan veroorzaken (draai de juiste kranen
dicht, laat de radiator leeglopen, enz.).
NL
103