Stanley STHT77611 Manual Del Usuario página 67

Ocultar thumbs Ver también para STHT77611:
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 44
Afstand tussen
a
en
b
9m' (30')
12m
15m
Verticale straal - Loodlijn
De controle van de verticale kalibratie (loodlijn)
kan het nauwkeurigst worden uitgevoerd
wanneer er een aanzienlijke verticale hoogte
beschikbaar is, in het ideale geval 9 m (30'),
met één persoon op de vloer die de laser
plaatst en een ander persoon die in de buurt
van het plafond de punt markeert die door
de laser op het plafond wordt geprojecteerd.
Het is erg belangrijk dat u een kalibratietest
uitvoert over een afstand die niet kleiner is dan
de afstand waarvoor u de laser wilt gebruiken.
Markeer op de vloer tussen twee muren
1.
een lijn van 1,5 m die parallel loopt aan de
aangrenzende muur (Afbeelding
Verplaats de schakelaar Power/Transport
2.
Lock naar rechts (Afbeelding
schakel zo de laser in (ON) in de zelf-
nivellerende stand en zodat de horizontale
en verticale stralen verschijnen.
Plaats de laser aan één uiteinde van de
3.
lijn op de vloer en let erop dat de verticale
laserstraal is uitgelijnd met en gecentreerd
op de lijn.
Markeer waar de verticale laserstraal op
4.
het plafond verschijnt
boven het middelpunt van de lijn op de
vloer zijn.)
Verplaats de laser naar het andere
5.
uiteinde van de lijn op de vloer (Afbeelding
).
F 2
Toegestane afstand
Tussen
en
a
c
11,0mm
14,4mm
18,0mm
).
F 1
) en
A 3
. (Dit moet direct
a
Markeer, waar de verticale laserstraal op
6.
het plafond verschijnt,
eerste merkteken
Meet de afstand tussen
7.
Als uw meting groter is dan de toegestane
8.
afstand tussen
a
bijbehorende plafondhoogte
volgende tabel, moet de laser worden
nagezien in een officieel servicecentrum.
Plafondhoogte
D
2,5m' (8')
3,0m (10')
4,0m (14')
6,0m (20')
9,0m (30')
De laser gebruiken
Bedieningstips
• Markeer altijd het middelpunt van de straal
die door de laser wordt geprojecteerd.
• Extreme temperatuurwisselingen kunnen
leiden tot beweging van interne onderdelen
en dat kan de nauwkeurigheid nadelig
beïnvloeden. Controleer de nauwkeurigheid
vaak tijdens uw werkzaamheden.
• Als de laser is gevallen, controleer dan
vooral altijd de kalibratie.
• Zolang de laser goed is gekalibreerd,
stelt de laser zichzelf waterpas. Iedere
laser wordt in de fabriek zo gekalibreerd
dat waterpas wordt gevonden zolang het
apparaat maar op een vlak oppervlak wordt
geplaatst dat niet meer dan gemiddeld
± 4° van het waterpaspunt is verwijderd.
Handmatige aanpassingen zijn niet nodig.
• Gebruik de laser op een glad, vlak en recht
oppervlak.
, direct naast het
b
.
a
en
.
a
b
en
voor de
b
in de
D
Toegestane afstand
Tussen
en
a
b
3,0mm (1/8")
3,6mm (5/32'')
4,8mm (7/32'')
7,2mm (5/16'')
10,8mm (15/32'')
NL
67
loading