GRAPHITE 59G207 Manual Del Usuario página 113

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 98
• Indien de slijper tijdens de werkzaamheden valt,
controleer altijd en eventueel vervang het werkstuk bij
constatering van beschadiging of vervorming.
• Sla nooit met het werkstuk op het bewerkte materiaal.
• Vermijd het terugslaan met het werkstuk en afscheuren
van het materiaal, in het bijzonder bij bewerking van
messen, scherpe randen ezv. (het kan het verlies van
controle over het elektrogereedschap en terugslaan als
gevolg hebben).
• Het is verboden om de rechte slijper met snijschijven (bv.
schijven voor hoekslijpers, zaagschijven voor hout ezv.)
te gebruiken. Het nalaten van zulke aanwijzing kan het
terugslaan van het elektrogereedschap, verlies van de
controle en letsels van de operator als gevolg hebben.
AAN- / UITZETTEN
Houd de slijper tijdens het opstarten en tijdens het werk
altijd met de beide handen vast. De slijper is uitgerust met een
veiligheidsschakelaar tegen het onbedoeld opstarten.
• Verschuif de veiligheidsknop (7) naar voren.
• Druk op de hoofdschakelaar (2) (fig. C).
• Het loslaten van de schakelaar (2) stopt de slijper.
Bij het opstarten, de motor begint met een trage beweging die
wordt gebruikt om de motor onbelast te laten draaien.
Na het aanzetten van de slijper wacht totdat de slijpsteen
de maximale snelheid gaat bereiken en pas daarna begin
het werk. Het is verboden om op de schakelaar tijdens de
werkzaamheden te drukken om de slijper aan- en uit te zetten.
De schakelaar mag alleen bediend worden als de slijper het
bewerkte materiaal niet aanraakt.
SNIJDEN
Het snijden met de haakse slijper kan alleen maar in de
rechte lijn.
• Snij geen materiaal dat in de hand wordt vastgehouden.
• Ondersteun de grote elementen en let op zodat de
steunpunten dicht bij de snijlijn en het einde van het
materiaal zich bevinden. Stabiel bevestigd materiaal gaat
niet verschuiven tijdens het snijden.
• Kleine elementen dienen met behulp van bv. klemmen,
bankschroef gemonteerd te zijn. Om meer precies snijden
te garanderen, bevestig het materiaal dicht bij het
snijpunt.
• Vermijd trillingen of opspringen van de slijpschijf omdat
op die manier de kwaliteit van het snijden verlaagt en de
schijf kan breken.
• Tijdens het snijden oefen geen zijdruk op de snijschijf uit.
• Gebruik de snijschijf die aan het te snijden materiaal
aangepast is.
• Het is aangeraden dat bij het snijden de schuifrichting
gelijk aan de richting van de omdraaiingen van de
snijschijf is.
Diepte van de snede is afhankelijk van de schijfdiameter (afb. G).
• Gebruik alleen schijven met nominale diameters die niet
groter zijn dan aanbevolen voor de bepaalde type slijper.
• Bij diepe sneden (bv. profielen, bouwblokken, bouwstenen
ezv.) laat de bevestigingskragen niet aan het bewerkte
materiaal aanraken.
Tijdens het snijden raken de snijschijven zeer heet – raak deze
niet met blote lichaamsdelen voordat ze afgekoeld zijn aan.
SLIJPEN
Gebruik voor slijpwerkzaamheden bv. slijpschijven, slijpstenen,
lamellenslijpschijven, schijven met schuurtextiel, draadborstels,
flexibele schijven voor schuurpapier ezv.
Elke soort schijf alsook bewerkt materiaal eist een aangepaste
werkmethode en toepassing van de aangepaste persoonlijke
beschermingsmiddelen.
Het is verboden om snijschijven voor het slijpen te gebruiken.
Slijpschijven bestemd voor het verwijderen van het materiaal
met de rand van de schijf.
• Voer geen werkzaamheden met de zijoppervlakte van de
schijf uit. De optimale werkhoek van deze soort schijven
o
bedraagt 30
(afb. H).
• Werkzaamheden verbonden met het slijpen kunnen
alleen met gebruik van de slijpschijven bestemd voor de
bepaalde soort materiaal uitgevoerd worden.
Bij gebruik van lamellenschijven, schijven met schuurtextiel
en flexibele slijpschijven voor schuurpapier let op op de juiste
hoek (afb. I).
• Slijp niet met de volledige oppervlakte van de schijf.
• Deze soort schijven worden voor bewerking van vlakke
oppervlaktes gebruikt.
Draadborstels zijn voornamelijk bestemd voor het reinigen
van profielen en moeilijk bereikbare plaatsen. Ze kunnen voor
verwijdering van bv. roest, verflagen ezv. dienen (afb. K).
Gebruik alleen werktuigen waarvoor het toegestane toerental
hoger of gelijk aan de maximale snelheid van de haakse slijper
zonder belasting is.
BEDIENING EN ONDERHOUD
Voordat met enige installatie-, regel-, bedienings- of
herstelwerkzaamheden te beginnen, trek de stekker van de
spanningskabel uit het stopcontact.
ONDERHOUD EN OPSLAG
• Het is aangeraden om het toestel direct na elk gebruik te
reinigen.
• Gebruik geen water of andere vloeistoffen voor reiniging.
• Het toestel dient met een zacht materiaal of met zacht
druklucht gereinigd te worden.
• Gebruik geen reinigingsmiddelen noch oplosmiddelen zodat
de kunststof onderdelen niet beschadigd raken.
• Reinig regelmatig de ventilatieopeningen in de behuizing van
de motor, zodat het toestel niet oververhit raakt.
• Bij beschadiging van de spanningskabel dient deze op een
kabel met dezelfde parameters uitgewisseld te worden.
Deze handeling dient door een vakbekwame medewerker
uitgevoerd of aan een herstelservice in opdracht gegeven te
worden.
• Bij te grote vonkproductie op de commutator dient de controle
van de staat van de koolborstels door een vakbekwame
medewerker uitgevoerd te worden.
• Bewaar het toestel altijd op een droge plek en buiten bereik
van kinderen.
UITWISSELING VAN KOOLBORSTELS
Versleten (korter dan 5 mm), afgebrande of gebarsten
koolborstels van de motor dienen onmiddellijk uitgewisseld te
worden. Altijd dienen er beide borstels tegelijk uitgewisseld te
worden.
• Draai de deksels van de koolborstels (8) los (afb. E).
• Trek aan de drukveer en neem de versleten koolborstels weg.
• Verwijder het eventuele stof met gebruik van zacht druklucht.
• Plaats de nieuwe koolborstels (de borstels dienen onbelemmerd
in de borstelhouders zitten) en plaats opnieuw de drukveer
(afb. F).
• Monteer de deksels van de koolborstels (8).
113
loading