Volg bij het opladen van de randapparaten de aanwijzingen van hun producent op.
Opladen via de USB ingang van de accu:
Sluit op het randapparaat de juiste USB-kabel aan.
Maak de USB ingang van de accu open.
Plaats de stekker van de USB-kabel in de USB ingang van de accu.
Druk op de knop van de oplaadstatus van de accu (13) (afb. C). De USB ingang wordt geactiveerd en
het opladen begint.
Het opladen kan automatisch worden gestopt, indien het oplaadniveau van de accu te laag is (de USB
ingang wordt deactiveerd).
Indien de USB ingang geactiveerd wordt maar geen apparaat om op te laden aangesloten wordt, wordt de
USB ingang na ong. 40 seconden automatisch deactiveerd.
De USB ingang in de accu wordt door een dopje beveiligd dat altijd als de USB ingang niet gebruikt
wordt of als de accu tot het voeden van een bepaalde elektrogereedschap gebruikt wordt, op zijn
plaats moet zijn.
SPILREM
De boorschroevendraaier heeft een elektronische rem die onmiddellijk de spil stopt, na het loslaten van de
hoofdschakelaar (9). Deze rem verzekert nauwkeurig schroeven en boren, en laat de vrije rotatie van de spil
niet toe wanneer het uitgeschakeld is.
AAN- / UITZETTEN
Aanzetten – druk op de hoofdschakelaar (9).
Uitzetten – maak de hoofdschakelaar (9) vrij.
Elk indrukken van de hoofdschakelaar (9) laat de diode (LED) (10) die het werkplek verlicht branden.
INSTELLEN VAN HET TOERENTAL
De boor- en schroefsnelheid kan tijdens het werk worden ingesteld door het verhogen/verlagen van de
druk op de schakelaar (9). Toerentalregeling maakt trage start mogelijk, wat bij het boren van gaten in gips
of glazuur het slippen van de boor voorkomt en bij schroeven/losschroeven helpt het werk te controleren.
OVERBELASTINGSKOPPEL
Het plaatsen van de ring voor instellen van het krachtmoment (3) in de gekozen toestand veroorzaakt het
duurzaam instellen van de koppel op het bepaalde krachtmoment. Na het bereiken van de waarde van het
ingestelde krachtmoment de overbelastingskoppel gaat automatisch uitgezet worden. Op die manier gaat
de schroef niet te diep en de boorschroevendraaier niet beschadigd raakt.
INSTELLEN VAN HET KRACHTMOMENT
Voor verschillende schroeven en verschillende materialen worden verschillende krachtmomenten
toegepast.
Hoe groter het krachtmoment des te groter het aantal dat aan bepaalde ligging beantwoordt (afb. D).
Stel de ring voor instellen van het krachtmoment (3) op de bepaalde waarde van het krachtmoment in.
Begin altijd met het moment met lagere waarde.
Vergroot het moment stapsgewijs totdat het juiste resultaat bereikt wordt.
Om de schroeven los te draaien, kies de hogere instellingen.
Om te boren, kies de instellingen met een boor gemarkeerd. Bij deze instelling wordt de hoogste
waarde van het krachtmoment bereikt.
WERKING / INSTELLINGEN
178