Monsterkuvetten
• Sluit de monsterkuvetten altijd om te voorkomen dat het monster in het instrument wordt gemorst.
• Gebruik altijd schone monsterkuvetten die in goede staat zijn. Het gebruik van vuile, gekraste of
beschadigde kuvetten kan resulteren in onnauwkeurige meetwaarden.
• Zorg dat koude monsters de monsterkuvet niet "beslaan".
• Berg monsterkuvetten gevuld met gedestilleerd of demi-water op en sluit ze goed.
• Voor de grootste nauwkeurigheid gebruikt u één kuvet voor elke meting of een doorstroomkuvet.
Opmerking: Als alternatief kunnen op elkaar afgestemde monsterkuvetten worden gebruikt voor metingen. Deze
leveren geen even goede resultaten of even grote nauwkeurigheid of precisie als één geïndexeerde monsterkuvet
of doorstroomkuvet. Wanneer u op elkaar afgestemde monsterkuvetten gebruikt, lijnt u het richtingsteken op de
monsterkuvet uit met de markering op de meetschacht.
Meting
• Meet monsters onmiddellijk om temperatuurwijzigingen en bezinking te voorkomen. Voordat u een
meting uitvoert, moet u altijd zorgen dat het monster volledig homogeen is.
• Vermijd monsterverdunning zoveel mogelijk.
• Gebruik het instrument zo min mogelijk in direct zonlicht.
Procedure voor troebelheidsmeting
Raadpleeg
Monster-ID's toevoegen
een operator-ID en monster-ID toe te voegen aan de meetgegevens.
1. Druk op Login
(aanmelden) en
selecteer de relevante
operator-ID. Als
aanmelden niet nodig
is, ga dan naar stap 3.
166 Nederlands
op pagina 161 en
2. Druk op Login
(aanmelden) en voer
het wachtwoord in.
Druk op OK.
Gebruikers-ID's toevoegen
3. Druk op Monster-ID.
Selecteer de juiste
monster-ID en druk
vervolgens op
Selecteren. De
geselecteerde monster-
ID wordt op het display
weergegeven.
op pagina 160 om
4. Spoel een schone,
lege monsterkuvet twee
keer met de te meten
oplossing en maak de
kuvet leeg. Vul tot de
lijn bij met monster
(ongeveer 30 ml) en
sluit de monsterkuvet
onmiddellijk af.