• Sluit altijd het deksel van de meetschacht tijdens de meting, kalibratie en controle.
• Verwijder de monsterkuvet uit het instrument en schakel het instrument uit als het instrument
gedurende langere tijd (langer dan een maand) wordt opgeslagen.
• Houd het deksel van de meetschacht gesloten om stof en vuil buiten te houden.
Monsterkuvetten
• Sluit de monsterkuvetten altijd om te voorkomen dat het monster in het instrument wordt gemorst.
• Gebruik altijd schone monsterkuvetten die in goede staat zijn. Het gebruik van vuile, gekraste of
beschadigde kuvetten kan resulteren in onnauwkeurige meetwaarden.
• Zorg dat koude monsters de monsterkuvet niet "beslaan".
• Berg monsterkuvetten gevuld met gedestilleerd of demi-water op en sluit ze goed.
• Voor de grootste nauwkeurigheid gebruikt u één kuvet voor elke meting of een doorstroomkuvet.
Opmerking: Als alternatief kunnen op elkaar afgestemde monsterkuvetten worden gebruikt voor metingen. Deze
leveren geen even goede resultaten of even grote nauwkeurigheid of precisie als één geïndexeerde monsterkuvet
of doorstroomkuvet. Wanneer u op elkaar afgestemde monsterkuvetten gebruikt, lijnt u het richtingsteken op de
monsterkuvet uit met de markering op de meetschacht.
Meting
• Meet monsters onmiddellijk om temperatuurwijzigingen en bezinking te voorkomen. Voordat u een
meting uitvoert, moet u altijd zorgen dat het monster volledig homogeen is.
• Vermijd monsterverdunning zoveel mogelijk.
• Gebruik het instrument zo min mogelijk in direct zonlicht.
6.3.2 Procedure voor troebelheidsmeting
Raadpleeg
Monster-ID's toevoegen
een operator-ID en monster-ID toe te voegen aan de meetgegevens.
1. Druk op Login
(aanmelden) en
selecteer de
relevante operator-
ID. Als aanmelden
niet nodig is, ga dan
naar stap 3.
op pagina 177 en
2. Druk op Login
(aanmelden) en
voer het wachtwoord
in. Druk op OK.
Gebruikers-ID's toevoegen
3. Druk op
Monster-ID.
Selecteer de juiste
monster-ID en druk
vervolgens op
Selecteren. De
geselecteerde
monster-ID wordt op
het display
weergegeven.
op pagina 177 om
4. Spoel een
schone, lege
monsterkuvet twee
keer met de te
meten oplossing en
maak de kuvet leeg.
Vul tot de lijn bij met
monster (ongeveer
30 ml) en sluit de
monsterkuvet
onmiddellijk af.
Nederlands 183