•
Open de camera en verwijder het batterijdeksel. Plaats de batterijen volgens de aangegeven
polariteit.
•
Wanneer de batterijen bijna leeg zijn, sluit de camera aan op een voedingsadapter (niet
meegeleverd, zie technische specificaties).
5.4 Een geheugenkaart plaatsen
Plaats de geheugenkaart voor het inschakelen van de camera.
Ontgrendel de schrijfbeveiliging voordat u de geheugenkaart plaatst. Gebruik geen overmatige kracht
om het kaartje niet te beschadigen. We raden u aan een TF-kaart (klasse 6 of hoger) te gebruiken,
met een capaciteit van max. 32 GB.
Bij het eerste gebruik, wacht tot de geheugenkaart de omgevingstemperatuur heeft bereikt. Daarom
kan de camera enige vertraging vertonen.
Houd de geheugenkaart uit de buurt van vocht en vermijd schokken, stof, hitte en direct zonlicht,
om storingen te voorkomen.
Wanneer de geheugenkaart vol is, stopt de opname automatisch en branden de leds niet meer.
6. Gebruik
6.1 Systeem instellen en testen
1.
Schuif de modusschakelaar in de TEST-positie.
2.
Druk op menu om het instelmenu te openen.
3.
Druk op de navigatieknop omhoog/omlaag om een menuoptie te selecteren en druk op OK om
te bevestigen.
4.
Druk op video of foto om tussen deze twee modi te schakelen.
5.
Druk op menu om het instelmenu te verlaten.
6.2 Basiswerking
Zet de schakelaar op ON. Na 15 seconden schakelt de camera over naar de stand-bymodus.
Zodra een beweging wordt gedetecteerd, start de camera automatisch met het maken van foto's-
en/of video-opnamen (afhankelijk van de opgegeven instellingen).
V. 01 – 17/06/2020
WLC002
17
©Velleman nv