Specifiek voor het apparaat geldende gebruiksaanwijzing
1
2
3
a.) Montage
De bevestigingsgaten (5) dienen voor wandmontage. Het apparaat moet tegen een verticale, vuurvaste wand worden
gemonteerd met het netsnoer naar beneden, zie afbeelding hierboven. Bij buitenmontage moet het apparaat aanvullend
tegen regen en vlakke zoninstraling beschermd worden.
b.) Werking van het apparaat
Het toestel in bedrijf nemen zonder afrastering en aarde. Indien het controlelampje (1) knippert tegen de snelheid van de
impulsen, dan is het apparaat gebruiksklaar.
Indien het controlelampje (1) niet knippert, moet eerst de netspanning resp. de netaansluiting worden nagegaan. Indien
er geen fout kan worden gevonden, moet het apparaat door een vakman worden nagekeken.
c.) Werking met aangesloten afrastering (spanning + aarde)
13.
Rasterinstallatie met aarde aansluiten
14.
'230 V'-netsnoer inpluggen
Controle-
Functie
lampje (1)
Raster en
knipper
3.
aarde zijn
t groen
in orde
Fout: aarde
volstaat
niet
knipper
4.
Fout:
t rood
raster
kortgeslote
n naar
aarde
Apparaat
knipper
5.
t niet
defect
Indien het controlelampje sneller dan ca. 1x per seconde knippert, moet het apparaat meteen worden uitgeschakeld, en
nagekeken worden door een vakman, vooraleer het terug in gebruik genomen wordt.
Voor dit apparaat geldt een garantie van 3 jaar en dit in overeenstemming met onze garantievoorwaarden
Gelieve veiligheidsinstructies, aardaansluiting, inbedrijfstelling, garantievoorwaarden en mogelijke bronnen van
fouten in de bijgevoegde gebruiksaanwijzing terug te vinden!
SERVICE-adressen:
Gelieve u tot uw specialist te wenden.
5
Niet geschikt voor
gebruik in de stallen!
Aansluiting op
4
Rasterspanning
> 2500 V
= Minimale eis
< 2500 V
= niet voldoende
230 V
~!
Opmerkingen
Rasterinstallatie in orde!
(Voorwaarde: de rasterinstallatie heeft geen
onderbrekingen)
Fout:
Spanning aan de aardstaaf > 1000 V
Zie de mogelijke foutoorzaken in de bijgevoegde
gebruikshandleiding (figuur 2, blz. 5)
Fout: lage rasterspanning, geen verhoogde spanning aan
de aardstaaf
Spanning aan het raster meten: minimale waarde: 2500 V
op elke plaats van het raster
Zie mogelijke foutoorzaak in de bijgevoegde
gebruikshandleiding, (figuur 2, blz. 5).
Zie hierboven: b.) werking van het toestel
7
Controlelampje
1
(als dit knippert, is het
apparaat gebruiksklaar)
2 Netsnoer 230 V ~
3 Aardaansluiting
4 Afrasteraansluiting
5 Bevestigingsgaten
-NL-
Version : 2014.4