Overzicht van de bedieningsfuncties
Afstandsbediening
•
De nummers die tussen haakjes staan verwijzen naar de betreffende
pagina.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
AUD
I
Hoofdapparaat
•
Toetsen zoals de
functie werken op precies dezelfde manier als de
1
toetsen op de afstandsbediening. Zij kunnen afwisselend gebruikt worden.
Bovenaangezicht
29
1
16
8
9
Vooraangezicht
Display
Ong. 30°
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
O SYSTEM
7
6
22
20
17
23
30
Ong. 30°
Transmissieraam
Stand-by-/aan schakelaar [^],
1
[8] (8, 10, 13)
Indrukken om het apparaat
aan of uit te schakelen. In de
uitgeschakelde stand verbruikt
het apparaat nog een geringe
hoeveelheid stroom.
[SLEEP] (10)
2
Cijfertoetsen [1-9, 0, ≧ 10]
3
(8, 9, 10)
Om een getal van 2 cijfers in
te voeren
bijv. 16: [≧ 10] [1] [6]
Om een getal van 3 cijfers in
te voeren
bijv. 226: [≧ 10] [≧ 10] [2]
[2] [6]
[DEL] (8)
4
[PROGRAM] (8, 9)
5
[REPEAT] (9)
[PLAY MODE] (9)
[RADIO], [FM], [AM] (9)
6
[CD q/h] (8, 9)
7
[iPod q/h] (11)
[u/t], [y/i] (8, 9, 11)
8
[g] (8, 11)
9
[RE-MASTER] (10)
10
[PRESET EQ] (10)
11
[e,r], [w, q] (8, 9, 10, 11)
12
[OK] (8, 10, 11)
[DISPLAY, –DIMMER] (8, 9)
13
Druk en houd ingedrukt om het
displaypaneel te dimmen. Druk
opnieuw en houd ingedrukt om
te annuleren.
Voorbereiden van de afstandsbediening
Plaats deze kant voor de andere kant.
■ Batterijen
•
Gebruik een managanese droogbatterij of een alkali droogbatterij.
•
Stop de batterijen op de juiste manier in de afstandsbediening en zorg
er voor dat u de (+ en –) op de juiste polen aansluit.
•
Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening, als u deze
gedurende een langere periode niet gebruikt.
•
Bewaar de batterijen op een donkere koele plaats.
•
Verwarm niet en stel niet bloot aan een vlam.
•
Laat de batterijen niet achter in een auto die langdurig aan direct
zonlicht wordt blootgesteld met de deuren en ramen gesloten.
•
Verkeerd gebruik van batterijen in de afstandsbediening kan elektrolyt
lekkage veroorzaken, wat brand kan veroorzaken.
■ Wat u zeker niet moet doen:
•
oude en nieuwe batterijen door elkaar gebruiken.
•
gebruik maken van verschillende soorten batterijen tegelijk.
•
de batterijen uit elkaar halen of deze kortsluiten.
•
proberen alkaline of manganese batterijen op te laden.
•
batterijen gebruiken die lekken of waarvan de beschermlaag
beschadigd is.
[AUTO OFF]
14
Deze functie geeft u de
mogelijkheid het apparaat
uit te zetten (behalve in de
radiomodus) wanneer deze
gedurende ongeveer 30
minuten niet wordt gebruikt.
Druk twee maal om het aan te
zetten.
[TUNE MODE] (9)
15
[;, iPod],
16
[iPod ;, OPEN/CLOSE] (11)
[;, CD],
17
[CD ;, OPEN/CLOSE] (8)
[z, PLAY] (10)
18
[CLOCK/TIMER] (10)
19
[+, VOL
, –], [– VOLUME +]
20
[MUTE]
21
Om het geluid te dempen.
Druk opnieuw om te annuleren.
"MUTE" wordt ook geannuleerd
wanneer het volume aangepast
wordt of wanneer het apparaat
uit staat.
[AUX] (10)
22
[D.BASS] (10)
23
[iPod MENU] (11)
24
[BASS/TREBLE] (10)
25
[SURROUND] (10)
26
[INPUT LEVEL] (10)
27
[FM MODE] (9)
28
Stand-by controlelampje
29
Signaalsensor van de
30
afstandsbediening
Richt de afstandsbediening op
de sensor, waarbij u obstakels
vermijdt, in een maximale straal
van 7 m, voor het apparaat.
R6/LR6, AA
7
57
57