TIPS VOOR EEN OPTIMAAL ROOSTERRESULTAAT
1. Het vochtgehalte van broden is verschillend. Daarom kan het resultaat bij dezelfde roost-
ergraadinstelling verschillend uitvallen.
2. Bij een ietwat droog brood een lagere roostergraad kiezen.
3. Bij vers brood of volkorenbrood een hogere roostergraad kiezen.
4. Voor brood met een onregelmatig oppervlak is een hogere roostergraad nodig.
5. Dikke sneden brood hebben meer tijd nodig voor het roosteren, evt. moet de broodrooster twee
keer worden bediend.
6. Bij het roosteren van krentenbrood alle losse krenten van het oppervlak verwijderen omdat deze
anders zouden kunnen verbranden.
7. Broodjes vóór het roosteren halveren.
8. Wanneer u maar één snede roostert, kies een lage roostergraad.
9. Wanneer u meermaals achter elkaar roostert, wordt het brood bij dezelfde instelling van het
roostergraad iets donkerder.
10. Gebruik voor het roosteren van bevroren brood, wafels enz. de ontdooien-toets.
11. Gebruik voor het opbakken van broodjes enz. het opzetelement voor broodjes.
VÓÓR HET EERSTE GEBRUIK
1. Verwijder
alle
verpakkingsmaterialen verwijderd van kinderen– Kans op verstikking!
2. Controleer of alle genoemde toebehoren voorhanden zijn.
3. Reinig de broodrooster met een vochtige doek zoals beschreven in het hoofdstuk "Reiniging en
onderhoud".
4. Controleer of alle onderdelen correct zijn gemonteerd en of het apparaat stabiel staat. Let op
voldoende afstand t.o.v. wanden en andere apparatuur omdat de broodrooster tijdens het gebruik
heet wordt.
5. Sluit het apparaat met het snoer op het stroomnet aan (220–240 V~, 50/60 Hz).
6. Voer, voordat u voor de eerste keer brood roostert, een roosterprocedure zonder brood door. Druk
hiervoor de hendel naar beneden totdat deze inklikt.
7. Wanneer het roosteren beëindigd is, springt de hendel automatisch omhoog. U kunt nu met het
roosteren van brood beginnen.
34
verpakkingsmaterialen
Copyright UNOLD AG | www.unold.de
en
eventuele
transportbeveiligingen.
Houd