Technische Gegevens - Grohe 34 211 Manual Del Usuario

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 7
NL
Toepassingsgebied
Thermostaten zijn ontworpen om op een constante
temperatuur water aan te voeren. Geschikt als
warmwatervoorziening zijn zowel boilers als geisers. De
elektrische boiler of geiser moet een vermogen hebben van
ten minste 18 kW of 250 kcal/min.
Thermostaten kunnen niet bij lagedrukboilers
(warmwatertoestellen) worden gebruikt.
Alle thermostaten worden in de fabriek met een aan beide
kanten heersende stromingsdruk van 3 bar afgesteld.
Tussen de mengwater-uitlaatmof van de inbouwthermostaat
zonder afsluiting (34 213) en uitloop moet altijd een afsluiter (A)
worden ingebouwd, zie afb. [1].
Voor een overzicht van de bestelnummers van de
verschillende installatieonderdelen, zie afb. [2].
a = aansluitmaten
b = onderdeel
c = nummer onderdeel
Bij montage als een centrale thermostaat kunnen aan de
aftappunten mengkranen worden geïnstalleerd. In dat geval
levert de mengkraan van de thermostaat warm water, waaraan
koud water kan worden toegevoegd.
Bij inbouwthermostaten met afsluiting (34 211) wordt alleen de
bovenste uitgang afgesloten. Bij gebruik van de onderste
uitgang moet er een extra afsluiter worden ingebouwd,
zie afb. [2].

Technische gegevens

Minimale stromingsdruk zonder nageschakelde
weerstanden
Minimale stromingsdruk met nageschakelde
weerstanden
Max. werkdruk
Aanbevolen stromingsdruk
Testdruk
Capaciteit bij 3 bar stromingsdruk
34 211
34 213
Max. watertemperatuur bij de
warmwateringang
Aanbevolen max. aanvoertemperatuur
(energiebesparing)
Veiligheidsblokkering
Warmwatertemperatuur bij de toevoeraansluiting moet
minimaal 2 °C hoger zijn dan de mengwatertemperatuur
Warmwateraansluiting - W - (-H-)
Koudwateraansluiting - K - (-C-)
Minimum capaciteit
Bij statische drukken boven 5 bar dient een
drukreduceerventiel te worden ingebouwd.
Attentie bij vorst
Bij het aftappen van de waterleidinginstallatie dienen de
thermostaten apart te worden afgetapt, omdat zich in de
koud- en warmwateraansluiting terugslagkleppen bevinden.
Hierbij moeten het complete thermostaatelement en de
terugslagkleppen worden verwijderd.
Ruwe installatie
- Voorbereiding inbouwwand
Breng de gaten voor de thermostaatmengkraan en de
sleuven voor de leidingen aan.
- Neem de juiste inbouwdiepte volgens de inbouwsjabloon in
acht, zie ook afb. [3].
x = bovenkant wandtegel
y = voorkant inbouwsjabloon
z = steunpunten waterpas
- Breng de thermostaat horizontaal, loodrecht en parallel met
de wand aan, zie afb. [4] (leg de waterpas op de nokken of
op de steunpunten aan de voorkant van het
inbouwsjabloon.)
- Monteer de inbouwthermostaatmengkranen in de wand en
sluit de leidingen aan, zie afb. [5].
Om de kraan nog makkelijker tegen de wand te bevestigen,
werden op het kraanhuis bevestigingsgaten (B)
voorgeboord, zie afb. [4].
- Een soldeerverbinding tussen buisleidingen en
kraanhuis is niet toegestaan, omdat dit de ingebouwde
terugslagkleppen kan beschadigen.
- De niet gebruikte aansluitopening dicht u met de
schroefdraadstop af.
Belangrijk!
- De warmwaterleiding moet u links (markering W (H) op
het kraanhuis) en de koudwaterleiding rechts
(markering K (C) op het kraanhuis) aansluiten.
0,5 bar
Dichtheidscontrole van leidingen en aansluitingen van het
inbouwelement voor de thermostatische mengkraan.
1 bar
10 bar
Spoel de leidingen grondig!
1 - 5 bar
16 bar
1. Draai de schroeven (C) los en verwijder de
ca. 24 l/min
inbouwsjabloon (D), zie afb. [6].
ca. 35 l/min
2. Sluit de koud- en warmwatertoevoer af.
3. Schroef de afsluitbout (E) los.
80 °C
4. Verwijder de terugslagklep (F) en de zeef (G).
5. Schroef de spoelstop (H) in de vrije zitting van de
60 °C
terugslagklep, zie afb. [7].
38 °C
6. Open de koud- en warmwatertoevoer en spoel de
leidingen goed door.
7. Sluit de koud- en warmwatertoevoer af en verwijder de
links
spoelstop (H).
rechts
8. Plaats de zeef (G) en de terugslagklep (F), zie afb. [6].
5 l/min
9. Schroef de afsluitbout (E) erin.
10. Open de koud- en warmwatertoevoer.
11. Monteer de inbouwsjabloon (D) weer.
Bepleister de muur en breng tegels aan tot tegen de
inbouwsjabloon. Bescherm de muuropeningen tegen
spatwater.
• Voeg de in mortel gelegde tegels.
• Dicht prefabwanden met elastische middelen.
Verwijder de inbouwsjabloon niet voordat alles gemonteerd en
afgewerkt is.
6
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

34 213

Tabla de contenido