9.
AANSLUITEN VAN DE CONDENSWATER AFVOER VOOR DE S42xx, S52xx(B) &
SJA2519, SC42xx & SC52xx MODELLEN.
9.1
Aansluiten van de condenswater afvoer van het binnendeel.
Sluit de meegeleverde condenswaterslang aan op de aansluiting van de binnenunit door de condenswater-
slang over de tule van de slang van de binnenunit te schuiven. Zorg ervoor dat de condenswaterslang altijd
onder afschot loop en hang het uiteinde van de slang niet in het water. Zie fig. 15.
Laat de condenswaterslang altijd onder de koudemiddelleidingen lopen, zodat wordt voorkomen dat de
condenswater opvangbak kan overlopen.
WAARSCHUWING
• Zorg ervoor dat de afvoerslang zich aan de onderzijde van de leidingbundel bevindt. Wanneer
de slang aan de bovenzijde wordt aangebracht, kan de condenswateropvangbak in de unit
overlopen.
• Laat de afvoerslang over de volledige lengte schuin omlaag lopen, zodat het condenswater
gemakkelijk wordt afgevoerd.
Blokkeer de waterstroom niet door
Afbeelding 15
9.2
Aansluiten van de condenswaterafvoer van het buitendeel
Breng de afdichtring op de afvoerpijp aan, plaats vervolgens de afvoerverbinding in het gat in de bodem
van de buitenunit, en draai de verbinding 90° om de onderdelen stevig met elkaar te verbinden. Sluit de
afvoerverbinding aan op een afvoerslang (niet meegeleverd). Zo kan het condenswater, dat zich vormt in
de verwarmingsstand van de airconditioning, worden afgevoerd. Zie fig. 16.
Afdichtring
Afbeelding 16
10. ELEKTRISCHE INSTALLATIE
•
Sluit de airconditioner aan op een aparte groep. Zorg ervoor dat deze groep met de juiste zekering
is afgezekerd. Zie onderstaande tabel.
•
De geleverde voedingsspanning moet binnen een bereik van 95%~105% van de nominale spanning,
welke vermeld wordt op het rating label, liggen.
•
Het voedingscircuit moet worden voorzien van een aardlekschakelaar.
•
Zorg ervoor dat de airconditioning goed geaard is.
•
Sluit de kabels aan volgens het bijgevoegde elektrisch aansluitschema. Zie hoofdstuk 11.
•
Alle bedrading dient te voldoen aan landelijke en plaatselijke elektriciteitsnormen en –voorschriften
en moet door gekwalificeerde vakmensen worden aangesloten.
Leg het uiteinde van de afvoer-
een verhoging.
slang niet in water.
Afvoerver-
binding
Gat in bodem van
buitenunit
Afdichtring
Afvoerpijp
.
1
117