VGA,SOG, RGBS en YPbPr
Menu Beeld
Horizontale positie:
Verplaatst het beeld naar links of naar rechts. Druk op de toets
Verticale positie:
Verplaatst het beeld omhoog of omlaag. Druk op de toets
Scherpte:
◄
►
Druk op
of
om de scherpte (focus) van het weergegeven beeld in te stellen.
Fase:
◄
►
Druk op
of
om de fase van de pixelklok van het scherm in te stellen.
Frequentie:
Hiermee stelt u de frequentie van de pixelklok van het scherm in. Met Schaling ingesteld op Volledig scherm wordt
het beeld aangepast tot het het scherm horizontaal vult. Druk op
scherm in te stellen.
Schaling (grafische afbeeldingen):
Deze parameter is ingeschakeld als het ingangssignaal niet 16:9 is, niet interlaced en niet 480P of 576P.
Volledig scherm = Breidt het videobeeld uit tot het gehele scherm. De breedte-/hoogteverhouding wordt mogelijk
niet nauwkeurig weergegeven. Verhouding = Rekt het videobeeld uit tot de grootste afmeting het scherm vult. Het
beeld kan verschijnen met zwarte balken aan de boven- en onderkant of aan de linker– en rechterkant. 1:1 = Geeft de
videogegevens in hun oorspronkelijke grootte en breedte-/hoogteverhouding weer. Het beeld kan verschijnen met
zwarte balken aan de boven- en onderkant en aan de linker– en rechterkant. Selecteer uw keuze met de toetsen
►
.
Overscan (Video):
Deze parameter is ingeschakeld als de ingang 16:9 of 480P of 576P of interlaced is.
0 = Het beeld wordt weergegeven met de grootte die het scherm vult, zonder dat er video-informatie verloren gaat.
Het beeld op het scherm kan zwarte balken aan de boven- en onderkant of aan de linker– en rechterkant hebben.
1, 2, 3, 4, 5 of 6 = Het beeld wordt lineair vergroot terwijl het gecentreerd blijft, in vaste stappen. Terwijl het beeld
groter wordt, gaat er video-informatie verloren aan de boven- en onderkant en/of links en rechts. Selecteer uw keuze
◄
►
met de toetsen
of
.
SmartSync™ / Alternatieve modi
Bij het starten herkent de speciale SmartSync-technologie van NDS het binnenkomende signaal en geeft deze het
videobeeld automatisch op het juiste formaat weer. Om SmartSync te gebruiken markeert u de parameter
SmartSync / Alternatieve modi en drukt u op de
Om een alternatieve modus (formaat) te selecteren markeert u de parameter SmartSync / Alternatieve modi en
►
drukt u op de
-toets. De modus wordt groter telkens wanneer op de toets
modus even groot is aan het maximaal beschikbare formaat. De volgende keer dat er op
eerste modus hersteld. Alternatieve modi worden gebruikt om handmatig onderscheid te maken tussen modi
(resoluties) waarvan de timingkenmerken zeer dicht bij elkaar liggen.
Spiegeling:
◄
►
Door op de toets
of
een spiegeling-indicator in de rechteronderhoek weergegeven. Door nogmaals op de toets
het beeld terug naar zijn normale oriëntatie van links naar rechts en verdwijnt de spiegeling-indicator.
11
◄
- toets.
te drukken wordt het weergegeven beeld omgewisseld van rechts naar links, en wordt er
◄
►
of
om het beeld horizontaal te centreren.
◄
►
of
om het beeld verticaal te centreren.
◄
►
of
om de frequentie van de pixelklok van het
►
wordt gedrukt, tot de geselecteerde
◄
►
wordt gedrukt wordt de
◄
►
of
te drukken keert
of