Montage
■
Houd ten opzichte van omstanders, dieren,
voorwerpen of gebouwen steeds een veilig-
heidsafstand aan, die minimaal 2,5-maal de
lengte van de af te zagen tak bedraagt. Wan-
neer dit niet mogelijk is, moet de tak stuksge-
wijs worden afgezaagd.
■
Probeer nooit een tak door te zagen, waar-
van de doorsnede groter is dan de lengte van
het zaagblad.
■
Probeer niet om het zaagblad in een al aan-
wezige zaagsnede te plaatsen.
■
Gebruik de boomzaag niet om hout te ver-
plaatsen of op te tillen.
■
Controleer of zich in het hout geen vreemde
voorwerpen vinden (zoals spijkers etc).
■
Voorkom dat bewegende takken of voorwer-
pen door de zaagketting kunnen worden ge-
grepen. Schakel in een dergelijk geval de
boomzaag onmiddellijk uit.
■
Schakel het basisapparaat uit en schuif de
beschermingsafdekking over de zaagketting
bij:
■
Test-, afstel- en reinigingswerkzaamheden
■
Werkzaamheden aan het zaagblad en de
zaagketting
■
Het achterlaten van het apparaat
■
Transport
■
Opslag
■
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
■
Gevaar
■
Houd steeds een veiligheidsafstand van 15 m
aan ten opzichte van bovengrondse elektrici-
teitsleidingen.
3.4
Veiligheidsinstructies voor
heggenschaar
■
Controleer de heggen en struiken vooraf-
gaand aan het snoeien op verborgene objec-
ten – bijv. draden, draadafrasteringen, elektri-
sche leidingen, tuingereedschap, flessen –
en verwijder ze.
■
Beweeg en vervoer het apparaat zo dat men-
sen en dieren het snijblad niet kunnen aanra-
ken. Schuif voor het begin van het vervoer de
veiligheidsafdekking over het snijblad.
■
Houd tijdens het werk de te snoeien twijgen
niet vast.
■
Schakel het apparaat uit en wacht tot het
mes tot stilstand is gekomen alvorens ge-
blokkeerde twijgen te verwijderen.
442961_a
■
Gebruik de heggenschaar niet voor het optil-
len of wegscheppen van stukken hout of
soortgelijke voorwerpen.
■
Schakel het basisapparaat uit en schuif de
beschermingsafdekking over het zaagmes
bij:
■
Test-, afstel- en reinigingswerkzaamheden
■
Werken aan het snijblad
■
Het achterlaten van het apparaat
■
Transport
■
Opslag
■
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
■
Gevaar
■
Houd steeds een veiligheidsafstand van 15 m
aan ten opzichte van bovengrondse elektrici-
teitsleidingen.
4 MONTAGE
WAARSCHUWING! Gevaren door onvol-
ledige montage! De werking van een onvolledig
apparaat kan ernstig letsel veroorzaken.
■
Gebruik het apparaat alleen als het volledig
is gemonteerd!
■
Controleer voor het inschakelen alle veilig-
heids- en beschermingsvoorzieningen op
aanwezigheid en functionaliteit!
4.1
Motorgroep
4.1.1
Handgreep monteren (07)
1. Plaats het handgreepbenedendeel (07/1) bij
de rubberen manchet aan het steelbuisstuk
van de motorgroep.
2. Plaats de handgreep (07/1) op het hand-
greepbenedendeel (07/2) en bevestig de bei-
den delen met de bouten.
4.1.2
Deelbare steel monteren (09,10)
De opzetstukken worden bevestigd aan de deel-
bare steel.
1. De vastzetmoer (09/1) losdraaien (09/a) en
de splitpen (09/2) iets naar buiten trekken
(09/b).
2. Deelbare steel (10/1) tot de aanslag in de be-
vestiging van de deelbare steel (10/2) steken.
3. Splitpen (09/2) insteken en de deelbare steel
(10/1) met de vastzetmor (09/1) vastzetten
(09/c).
55