Het instrument berekent de volledige lengte van de zijde (x).
D. Druk
vier keer in tot de schuine zijde van
Druk op
, meet de lengte van een schuine zijde (a).
Druk op
, meet de lengte van de andere schuine zijde (b).
Druk op
, meet de lengte van een zijde (c).
Het instrument berekent de volledige lengte van de zijde (x).
De zijden moeten korter zijn dan de schuine zijde, anders verschijnt er "err" op het
scherm. Om de nauwkeurigheid te waarborgen, zorgt u ervoor dat alle metingen vanaf
hetzelfde punt starten.
6. Optellen/aftrekken
Het instrument kan worden gebruikt voor het optellen of aftrekken van lengtes.
Druk op
, "+" wordt getoond op het hoofddisplay en u krijgt toegang tot de cumulatieve
modus. De laatste meetwaarde en het resultaat van de som worden op het scherm getoond.
Druk op
, "-" wordt getoond op het hoofddisplay en u krijgt toegang tot de regressieve
modus. De laatste meetwaarde en het resultaat van de som worden op het scherm getoond.
Niet alleen afstand, maar ook oppervlakte en volume kunnen worden opgeteld of
afgetrokken. Bijvoorbeeld:
Optellen oppervlakte: Meet het eerste oppervlak, zie PIC 1, druk daarna op
tweede oppervlak, zie PIC 2, linksonder in het scherm verschijnt "+". Druk ten slotte op
voor de optelsom van de twee oppervlakken, zie PIC 3.
PIC 1
Aftrekken oppervlakte: Volg bovenstaande stappen.
UITZETFUNCTIE
Houd
ingedrukt, het instrument schakelt over op de uitzetmodus. Zoals getoond
in onderstaande afbeelding, kan de gebruiker twee verschillende waarden instellen, a en
b. De gebruiker kan deze twee waarden wijzigen door het indrukken van
of
ingedrukt voor een tussenruimte tussen de meetwaarden bij het instellen van
a of b. Druk op
uitzetmodus. De gebruiker krijgt instructies via geluiden en pictogrammen.
betekent dat het instrument terug moet,
instrument dicht bij het punt komt, toont het instrument .
PIC 2
na het instellen van de waarden, het instrument schakelt over op de
gaat knipperen op het scherm.
PIC 3
betekent dat het instrument verder moet. Als het
. Meet het
NL
of
. Houd
43