NEDERLANDS
De accu opladen (fig. A)
De accu moet vóór het eerste gebruik worden opgeladen en
ook zodra deze niet meer voldoende vermogen levert voor
taken die eerst gemakkelijk konden worden uitgevoerd.
Tijdens het opladen kan de accu warm worden. Dit is normaal
en duidt niet op een probleem.
Waarschuwing! Laad de accu niet op bij
omgevingstemperaturen onder 10° C of boven 40° C.
Aanbevolen laadtemperatuur: ongeveer 24 °C.
Opmerking: De lader functioneert niet als de temperatuur
van de accu lager is dan ongeveer 0° C of hoger dan 40°
C.
Laat de accu in dat geval in de lader zitten. De lader wordt
automatisch ingeschakeld wanneer de accu de juiste
temperatuur heeft.
Als u de accu (4) wilt opladen, schuift u de accu in de
u
lader (6). De accu past maar op één manier in de lader.
Forceer de accu niet tijdens het aansluiten. Zorg ervoor
dat de accu goed in de lader is geplaatst.
Steek de stekker van de lader in een stopcontact.
u
Het oplaadlampje (7) gaat groen branden en begint langzaam
te knipperen.
Als het lampje (7) continu groen brandt, is de accu volledig
opgeladen. U kunt de accu gewoon in de lader laten zitten
wanneer het oplaadlampje brandt. Het lampje gaat groen
knipperen (opladen), omdat de accu door de lader af en toe
wordt bijgeladen. Het oplaadlampje (7) blijft branden zo lang
de accu zich op de lader bevindt en de lader is aangesloten
op het stopcontact.
Lege accu's moet u binnen een week opladen. Als u
u
accu's leeg bewaart, wordt de levensduur van de accu's
aanzienlijk verminderd.
De accu in de lader laten zitten
U kunt de accu gedurende onbeperkte tijd in de lader laten
zitten terwijl het oplaadlampje brandt. De lader zorgt ervoor
dat de accu altijd volledig opgeladen is.
Problemen met de accu
Als er wordt geconstateerd dat de accu bijna leeg is of
beschadigd is, gaat het oplaadlampje (7) snel rood knipperen.
Ga in dat geval als volgt te werk:
Verwijder de accu (4) en plaats deze opnieuw.
u
Als het oplaadlampje snel rood blijft knipperen, gebruik
u
dan een andere accu om te controleren of de lader wel
goed werkt.
Als de andere accu goed wordt opgeladen, is de
u
oorspronkelijke accu defect. Breng de accu naar een
servicecentrum voor recycling.
Als het lampje ook bij de andere accu snel knippert, moet
u
u de lader laten testen bij een erkend servicecentrum.
38
(Vertaling van de originele instructies)
Opmerking: Het kan soms een uur duren om na te gaan of
de accu goed functioneert. Als de accu te warm of te koud
is, knippert het lampje afwisselend snel en langzaam
rood.
In- en uitschakelen
De aan/uit-schakelaar voor variabele snelheid biedt een keuze
aan snelheden. U beschikt over sterk verbeterde
snijsnelheden bij verschillende materialen.
U schakelt het gereedschap in door de aan/uit-schakelaar
u
met variabele snelheden (1) in te knijpen.
U schakelt het gereedschap uit door de aan/uit-schakelaar
u
met variabele snelheden (1) los te laten.
Zagen
Houd het gereedschap altijd met beide handen vast.
u
Laat het blad een paar seconden vrij bewegen voordat u
u
begint te zagen.
Voer slechts geringe druk op het gereedschap uit terwijl u
u
zaagt.
Druk indien mogelijk de zool (3) tijdens het zagen altijd
u
tegen het werkstuk. Hierdoor hebt u meer controle over
het gereedschap en treden minder trillingen op. Bovendien
wordt zo voorkomen dat het blad wordt beschadigd.
Tips voor optimaal gebruik
Hout zagen
Klem het werkstuk goed vast en verwijder alle spijkers en
u
metalen objecten.
Houd het gereedschap met beide handen vast en druk de
u
zool (3) tijdens het zagen tegen het werkstuk.
Reciprozagen
Dankzij het compacte design van de behuizing van de
reciprozaagmotor en dankzij de draaibare zool kunt u
praktisch evenwijdig aan vloeren, hoekpunten en andere
lastige gebieden zagen.
De voorziening voor reciprozagen maximaliseren:
Plaats het zaagblad in de bladklem, zodat de tanden van
u
het zaagblad naar boven wijzen.
Pas de hoek van de handgreep op het gereedschap aan,
u
zodat u zo dicht mogelijk bij het werkoppervlak bent.
Metaal zagen
Houd er rekening mee dat het zagen bij metaal veel meer tijd
kost dan bij hout.
Gebruik een zaagblad dat geschikt is voor het zagen van
u
metaal. Gebruik een zaagblad met fijne tanden voor ijzer
en ijzerhoudende metalen en een ruwer zaagblad voor
andere metalen.
Klem bij dun plaatmetaal een stuk afvalhout aan de
u
achterzijde van het werkstuk en zaag door beide lagen.
Breng een oliefilm aan langs de gewenste zaaglijn.
u