toets
ingedrukt houden om de handinstelling
in te schakelen. De lasermeter kan nu op
verschillende hoeken gepositioneerd worden met de
zelfnivelleringsfunctie uit.
OPMERKING:
• Om van een horizontale naar verticale positie te
veranderen, moet de lasermeter worden uitgeschakeld en
na de nieuwe opstelling weer worden ingeschakeld.
Monteren van toebehoren
Montagebeugel (Zie afbeelding
• De wandbeugel goed vast zetten op de plaats die moet
worden gemeten.
• De wandbeugel op zicht monteren zodat het bijna
horizontaal is.
• Plaats de lasermeter in de wandbeugel en draai de
montageschroef vast.
Statiefmontage(Zie afbeelding
• Plaats het statief op een veilige, centrale plaats in de
ruimte die moet worden gemeten.
• De poten van het statief uittrekken indien vereist. De
poten zodanig bijstellen dat de kop van het statief bijna
horizontaal is.
• Monteer de lasermeter op het statief door de 5/8
schroef naar boven te drukken en vast te draaien.
OPGELET:
• De lasermeter niet onbeheerd op het statief
achterlaten zonder de middelste schroef goed
vast te draaien. Dit om te voorkomen dat de
lasermeter zou vallen en wordt beschadigd.
OPMERKING:
• Statieven met bolkop, platte kop of statief met middenzuil
kunnen worden gebruikt met de lasermeter.
• Het wordt aanbevolen de lasermeter altijd met een hand
vast te houden bij het aanbrengen of verwijderen van
toebehoren.
• Bij het opstellen voor een meting de 5/8 schroef gedeelte
vastdraaien, de lasermeter richten en vervolgens de 5/8
schroef geheel vastdraaien.
77-496 / 77-429 / 77-439 / 77-497 / 77-427
J
)
K
)
Telescoop
(RL HGW)
(Het uitlijningsvizier op de bovenkant van de
lasermeter kan worden gebruikt voor modellen zonder
telescoop)
Opstelling en gebruik (Zie afbeelding
• De twee borgschroeven van de telescoop losdraaien.
Plaats de telescoop op de montageplaat aan de
bovenkant van de lasermeter met het objectief
(smalle kant) naar het doel gericht(
borgschroeven goed vast(
• Verwijder de lensdoppen van de telescoop en richt de
lasermeter/telescoop op het doel.
• Door het oogstuk kijken (het bredere eind) en verdraai
de afstandsring tot het beeld (kruisdraad) scherp en
duidelijk zichtbaar is.
• Door het oogstuk kijken en de verticale lijn van het
kruisdraad gelijkrichten met het doel. De afstand
tussen het oog en het oogstuk bijstellen om scherp te
stellen op het doel.
OPMERKING:
• Gebruik het uitlijningsvizier/telescoop om de lasermeter
nauwkeurig met het doel uit te lijnen bij het bepalen van
een helling bij afschottoepassingen.
• De telescoop is ingeregeld door de fabrikant en vereist
normaal gezien geen verdere afstelling.. NIET PROBEREN
om de windcorrectie en hoogte van de telescoop bij te
stellen. Dit zou de nauwkeurigheid in het bepalen van het
doel en het uitlijnen van de lasermeter nadelig kunnen
beïnvloeden.
Bediening
OPMERKING:
• Zie Functies voor bijzonderheden over de specifi ek
functies/standen van de verschillende modellen.
• Zie LCD / LED beschrijvingen voor aanduidingen
tijdens gebruik.
• De lasermeter voor gebruik altijd op nauwkeurigheid
controleren.
• In de handinstelling is zelfnivellering uitgeschakeld
De nauwkeurigheid van de straal is niet gegarandeerd
horizontaal.
• De lasermeter geeft aan wanneer hij buiten
compensatiebereik is. Zie LED / LCD beschrijvingen.
Verstel het laserapparaat om deze zoveel mogelijk te
nivelleren.
C
)
C
). Draai de
1
C
).
2
85