3. Duw het waterreservoir volledig in het apparaat.
•
Het niet juist induwen van het reservoir kan de
juiste werking van het apparaat hinderen.
4. Het apparaat wordt ingeschakeld eenmaal het reservoir juist is ingebracht. Het controlelampje
dooft.
OPMERKING: Drink nooit het verzamelde water en gebruik het niet voor uw planten.
Continue afvoer:
Als het apparaat gedurende een lange periode gebruikt zal worden maar u bent niet in staat om het
reservoir te ledigen, is het aanbevolen om de continue afvoermogelijkheid te gebruiken.
1. Open het deksel aan de zijkant van het apparaat.
2. Haal de afvoerdop en vervolgens de rubber plug af.
3. Bevestig een slang (niet meegeleverd) met een diameter van 16 mm op de afvoeruitlaat.
Zorg dat de slang zich niet boven de uitlaat bevindt, anders zal het water in het reservoir blijven. Zorg er
4.
tevens voor dat de slang niet gebogen is.
OPMERKING: Als de continue afvoermogelijkheid niet wordt gebruikt, ontkoppel de slang van de uitlaat en
breng de rubber plug en afvoerdop opnieuw in de afvoeruitlaat.
NL-46