REGELING HOOGTE ZADEL
Draai instelknop (21) van de zadelpen
een beetje los door deze tegen de
wijzers van de klok in te draaien en
trekt deze uit Fig.5 en wanneer het
zadel zich op de gewenste hoogte
bevindt voor de oefening, laat u de
hoogteregelaar los en deze valt in de
gaatjes
van
vervolgens de instelknop met de
wijzers van de klok mee, vast.
PLAATSING VAN DE MONITOR
Verwijder de schroeven (25) van de
achterkant van de monitor, plaats de
monitor
vervolgens
hoofdstang in de richting van de pijl,
Fig. 6, ervoor zorgend dat er geen
kabels klem komen te zitten. Bevestig
de schroeven opnieuw en maak ze
vast, sluit de handgreepklem (26) aan
de
connector
achterkant van de monitor en de
feedback klem (9) aan de connector
(30), zoals weergegeven in Fig.6.
MONTAGE VAN DE PEDALEN
Volg de montage-instructies voor de
pedalen nauwgezet. Wanneer dezen niet
correct worden gemonteerd kan de
schroefdraad van het pedaal of crank
beschadigd worden.
De aanduidingen rechts en links worden
gezien, gezeten op het zadel, in de
richting waarin men de oefening doet.
Het rechterpedaal (29), aangegeven door
de letter (R) wordt aan de rechter crank,
aangegeven door de letter (R), met de
wijzers van de klok mee, geschroefd.
Draai stevig vast, Fig.7.
Het linkerpedaal (28), aangegeven door
de letter (L) wordt aan de linker crank,
aangegeven door de letter (L), tegen de
wijzers van de klok in, geschroefd.
Draai stevig vast, Fig.7.
de
zadelpen.
bovenop
(32)
aan
op
Wanneer
gemonteerd, steekt u het uiteinde van
het voetriempje (A) door de opening in
het pedaal (B) en past deze aan uw
schoeisel aan (C), Fig.7.
REGELING VAN DE
WEERSTAND
Draai
Om de weerstand te regelen tijdens de
oefening, beschikt dit apparaat over een
weerstandsregelaar (100), die zich op
de
framebuis
verschillende
Fig.3.
Om de weerstand op de pedalen te
de
vergroten
weerstandsregelaar (100) met de wijzers
van de klok mee (+), tot u de ideale
krachtsinspanning voor uw oefening
heeft gevonden. Om de weerstand op
de pedalen te verminderen, draai u de
de
weerstandsregelaar (100)
wijzers van de klok (-).
NIVELLERING
Controleer, wanneer u de eenheid op
zijn definitieve plaats heeft geplaatst,
of deze stevig op de grond staat en of
deze waterpas staat. Dit kunt u
regelen door de nivelleringspootjes
(46) meer of minder uit te schroeven,
zoals wordt getoond in Fig.8.
VERPLAATSING EN
OPBERGEN
Dit apparaat is uitgerust met wieltjes (40)
wat het verplaatsen vergemakkelijkt. De
twee wieltjes bevinden zich aan de
voorkant
vergemakkelijken het u het apparaat te
verplaatsen en op de uitgekozen plaats
te plaatsen door de voorkant iets te laten
overhellen en te duwen, zoals wordt
getoond in Fig.9.
26
u
de
pedalen
(8)
bevindt,
weerstandsinstellingen,
draait
van
het
apparaat
heeft
met
u
de
tegen de
en